Een geavanceerde eigenschap via een internetbrowser starten
U kunt een geavanceerde eigenschap starten via een internetbrowser op computers binnen het netwerk. (Wij gebruiken Web Image Monitor dat op dit apparaat is geïnstalleerd.)
Start een internetbrowser via een computer binnen het netwerk, en open vervolgens het menu [Configuratie] van Web Image Monitor.
Voor het openen van Web Image Monitor, zie Geavanceerde eigenschapinstellingen weergeven en afsluiten via een internetbrowser.
Klik op [Startup instelling] in "Instellingen Uitgebreide eigenschap".
Selecteer de geavanceerde eigenschappen die u wilt opstarten, te kiezen uit diegene met de status "Stoppen", "Uitstellen", of "Beëindigen", Selecteer de radioknop bij "Selectie" in de lijst.

Klik op [Opstarten/Stoppen].
Afhankelijk van het type en de status van de geavanceerde eigenschap die u selecteert, reageert het apparaat als volgt:
Geavanceerde eigenschappen van Type-J
Indien de pictogrammen van de geavanceerde eigenschappen van Type-J wel op het Home-scherm worden weergegeven:
De "Status" van de geavanceerde eigenschap verandert niet in "Bezig met Startup" terwijl het scherm Geavanc. Eigenschapinstell. wordt weergegeven. Start de geavanceerde eigenschap op vanuit het Home-scherm als zijn "Status" "Onderbreken" is.
Wanneer "Onderbreken/Uitstellen" weergegeven wordt:
Druk op het pictogram van de geavanceerde eigenschap in het Home-scherm op het bedieningspaneel om de eigenschap op te starten.
Wanneer "Stoppen" weergegeven wordt:
De "Status" van de geavanceerde eigenschap verandert in "Onderbreken/Uitstellen". Druk op het pictogram van de geavanceerde eigenschap in het Home-scherm op het bedieningspaneel om de eigenschap op te starten.
Indien de pictogrammen van de geavanceerde eigenschappen van Type-J niet in het Home-scherm worden weergegeven:
De "Status" van de geavanceerde/uitgebreide eigenschap verandert van "Stoppen" in "Bezig met opstarten".
Geavanceerde eigenschappen van Type-C
Wanneer "Beëindigen/Eindigen" weergegeven wordt:
De "Status" van de geavanceerde eigenschap verandert in "Bezig met opstarten".
Wanneer "Stoppen" weergegeven wordt:
De "Status" van de geavanceerde eigenschap verandert in "Wachten".
Nadat u het apparaat opnieuw opstart, verandert de "Status" in "Start-up".
Als u dezelfde geavanceerde eigenschap nogmaals selecteert en op [Opstarten/Stoppen] klikt zonder het apparaat opnieuw op te starten, verandert de "Status" weer in "Stoppen".
Klik op [Terug].
![]()
Indien "Wachten" wordt weergegeven, starten de geavanceerde eigenschappen op en worden deze bruikbaar als het apparaat opnieuw wordt opgestart.
Om [Startup instelling] in te stellen, moet u inloggen als beheerder. Voor details over het inloggen als beheerder, zie Inloggen als beheerder.