De interfacekaart voor draadloze LAN installeren
![]()
Voordat u de Gigabit Ethernet-kaart aanraakt, dient u zichzelf te aarden aan iets van metaal om u vrij te maken van mogelijke statische elektriciteit. Statische elektriciteit kan de interfaces beschadigen.
Stel de interfacekaart voor draadloos LAN niet bloot aan schokken.
Controleer de inhoud van het pakket.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Draai de twee schroeven los en verwijder de afdekking van de sleuf.

De verwijderde afdekking wordt niet opnieuw gebruikt.
Breng de interfacekaart volledig op zijn plaats.

Ga na of de interfacekaart goed bevestigd is aan de controller-kaart.
Draai de twee schroeven vast om de interfacekaart vast te zetten.
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de interface-eenheid op de juiste manier is bevestigd.
Nadat u de draadloze interfacekaart heeft geplaatst, zie Draadloos LAN instellen om de instellingen voor draadloos LAN op te geven.
![]()
Ga na of de kaart goed is geïnstalleerd door de configuratiepagina af te drukken. Als deze correct is geïnstalleerd, zal "Draadloos LAN" verschijnen voor "Apparaatverbinding" op de configuratiepagina. Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Afdrukken.
Als de kaart niet juist is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de kaart ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Voordat u de kaart gebruikt, moet u de instellingen vanaf het bedieningspaneel van de printer configureren. Voor meer informatie, zie Draadloos LAN instellen.