GebruikershandleidingIM 350/430 series

Verbinding maken in de Infrastructuurmodus

Gebruik de infrastructuurmodus om het apparaat op een toegangspunt aan te sluiten.

Belangrijk

  • De interfacekaart voor draadloos LAN moet worden geïnstalleerd om de infrastructuurmodus te gebruiken.

  • Wanneer u IPv6 gebruikt, stelt u Protocol van kracht in op Actief bij Interface-instellingen in Systeeminstellingen. IPv6 is standaard ingesteld op inactief. Wanneer u IPv6 inschakelt, wordt er automatisch een gekoppeld lokaal adres ingesteld.

  • Als u IPv6 wilt gebruiken, vraag dan advies aan uw netwerkbeheerder.

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg het scherm naar links, en druk vervolgens op het pictogram Gebruikerstools (Illustratie van bedieningspaneel).

3Druk op [Apparaateigenschappen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen].

5Druk op het tabblad [Interface instellingen].

6Druk op [Netwerk].

7Druk op [Type LAN].

8Druk op [Draadloos LAN].

9Druk op [Draadloos LAN].

10Druk op [Communicatiemodus] en druk vervolgens op [Infrastructuur-modus].

11Druk op [OK].

12Druk op [SSID-instelling].

13Druk op [Invoeren SSID] en voer vervolgens de SSID in voor het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken, en druk vervolgens op [OK].

14Druk op [OK].

15Druk op [Beveiligingsmethode].

16Geef de beveiligingsmethode op die is opgegeven voor het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken.

Druk op [WEP] of [WPA2], en druk vervolgens op [Invoeren] op het scherm om uw wachtwoord in te voeren.

Als u de beveiligingsinstelling niet gebruikt, selecteert u [Nee].

17Druk op [OK].

De instellingen zijn voltooid.

Als u de verbindingsstatus wilt controleren, drukt u op [Signaal wireless LAN] in [Draadloos LAN] in [Interface instellingen] in [Systeeminstellingen] en bevestigt u de signaalstatus.

Automatisch een IP-adres ophalen (IPv4 DHCP)

Het apparaat is zodanig ingesteld dat IP-adressen standaard automatisch worden opgehaald.

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

3Druk op [Apparaateigenschappen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen].

5Druk op het tabblad [Interface instellingen].

6Druk op [Netwerk].

7Druk op [IPv4-adres Apparaat].

8Druk op [Autom. verkrijg. (DHCP)].

9Druk op [OK].

Een IP-adres opgeven (IPv4)

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

3Druk op [Apparaateigenschappen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Systeeminstellingen].

5Druk op het tabblad [Interface instellingen].

6Druk op [Netwerk].

7Druk op [IPv4-adres Apparaat].

8Druk op [Specificeer].

9Druk op [Allocatie] naast [Apparaat IPv4-adres], en voer vervolgens het IP-adres in.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van het IP-adres, drukt u op [Hash].

10Druk op [OK].

11Druk op [Allocatie] naast [Subnet masker] en voer vervolgens het subnetmasker in.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van het subnetmasker, drukt u op [Hash].

12Druk op [OK].

13Druk op [IPv4 Gateway-adres] en voer vervolgens het gateway-adres in.

14Druk op [OK].