GebruikershandleidingIM 350/430 series

Origineelrichting instellen op de TWAIN-scanner

Voor het correct weergeven van de boven/onder-richting van het gescande origineel op een clientcomputer moeten de plaatsing van het origineel en de instellingen in het dialoogvenster Scannercontrole overeenkomen.

1Open het dialoogvenster Scannercontrole.

Voor meer informatie over het openen van het dialoogvenster Scannercontrole, zie Basisprocedure TWAIN-netwerkscanner.

2Selecteer de plaats van het origineel in de lijst [Scanmethode orig.:].

3Selecteer in de lijst [Orig. invoerrichting:] de optie [Schermafbeelding stuurprogramma] of [Schermafbeelding stuurprogramma].

4Selecteer in de lijst [Afdrukstand:] [Illustratie stuurprogrammascherm], [Illustratie stuurprogrammascherm], [Illustratie stuurprogrammascherm] of [Illustratie stuurprogrammascherm].

5Als er een origineel in de ADF is geplaatst, selecteert u in het keuzemenu van [Scaninst.:] de optie [1-zijd.], [2-zijd(Boven/boven)] of [2-zijd(Boven/onder)].