GebruikershandleidingIM 350/430 series

Gegevens distribueren met Distributed Scan Management (DSM)

Configureer het DSM-systeem (Distributed Scan Management) op de Windows-server.

Voor de configuratieprocedure van DSM, zie de Help-functie van Windows Server.

Tot 100 bestemmingen kunnen weergegeven worden in de [DSM-bestemming]. Indien er meer dan 100 scanprocessen (bestemmingen) geregistreerd zijn in de Windows Server, wordt de informatie voor de 100 processen die kort geleden geregistreerd zijn weergegeven in [DSM-bestemming].

De programmeerfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met DSM.

1Druk op [Apparaateigenschappen].

2Druk in [Scannereigensch.] op het tabblad [Algemene Instellingen] op [WSD of DSM gebruiken] en dan op [DSM].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Log met behulp van Windows-verificatie in op het apparaat.

4Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

5Druk op het pictogram [Scanner (klassiek)].

6Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.

Druk op [Resetten] als een vorige instelling nog actief is.

7Druk op [DSM-bestemming].

8Plaats de originelen.

9Indien nodig, specificeer de scaninstellingen aan de hand van het origineel dat gescand moet worden.

Om de scaninstellingen te wijzigen, vinkt u het selectievakje [Waardevervanging op scanner toestaan] in wanneer u het apparaat op de Windows-server configureert.

10Geef de bestemming op.

11Druk op [Starten].