GebruikershandleidingIM 350/430 series

De apparaatoptie configureren

Belangrijk

  • De printer kan optionele tekenreeksen van maximaal 512 byte herkennen.

  • Het aantal beschikbare tekens dat als opties gebruikt kan worden, is beperkt en verschilt per besturingssysteem.

De configuratie van de printoptie kan afwijken afhankelijk van afdrukopdrachten.

  • ftp

    ftp> put file_name option1=value1,...

Host_name is de hostnaam van de printer. File_name is de naam van het bestand dat u wilt afdrukken.

De apparaatoptie wordt opgegeven als "optie=waarde". Voor informatie over soorten apparaatopties en waarden kunt u de volgende voorbeelden bekijken.

Voorbeeld: de volgende instellingen zijn voor het afdrukken met ftp: schakel over naar PostScript, voer papier in vanuit papierlade 1, zet het aantal afdrukken op 3 setjes en druk af met de resolutie ingesteld op 600 dpi (host_name :nphost, file_name :file1).

  • ftp

    ftp> put file1 filetype=postscript,tray=tray1,copies=3,resolution=600

Opmerking

  • Meerdere opties kunnen met komma's (,) worden gescheiden. Gebruik geen spaties.

  • Als het afdrukbestand PostScript-opdrachtencontrole van de optie bevat, krijgt de opdracht prioriteit.

  • Voer de optie in met de opdracht lp of lpr als het shellscript is geïmplementeerd.

  • De hier gemaakte optie-instellingen worden als standaard geconfigureerd. U dient een andere printer aan te maken als u de optie-instellingen van de printer wilt wijzigen. Voor meer informatie over het wijzigen van de geconfigureerde optie, zie Het installatieshellscript uitvoeren.

  • Gebruik bij afdrukken met de lp-opdracht ( _ ) in plaats van ( = ) en ( ; ) in plaats van ( , ) voor besturingssystemen die ( = ) en ( , ) niet kunnen gebruiken, zoals Solaris 2.5 of hoger.