GebruikershandleidingIM 350/430 series

Instellingen van Google Cloud Print controleren voor het apparaat

U kunt de instellingen van Google Cloud Print controleren met behulp van een internetbrowser.

1Start uw internetbrowser.

2Voer “http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/” in op de adresbalk.

3Klik op [Inloggen].

Afbeelding computerscherm

4Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de apparaatbeheerder in.

In het geval van de standaardinstelling zijn de log-in gebruikersnaam en het wachtwoord als volgt:

  • Log-in gebruikersnaam: "admin"

  • Log-in wachtwoord: "" (leeg)

Afbeelding computerscherm

5Klik op [Instellingen Google Cloudprinter].

Afbeelding computerscherm
  • [Registratiestatus]

    Hier wordt de registratiestatus van printers weergegeven die bij Google Cloud Print zijn geregistreerd. Controleer of uw apparaat is geregistreerd.

  • [Google Cloud Print]

    Hier kunt u opgeven of Google Cloud Print moet worden ingeschakeld of niet.

  • [De printer-ID]

    Hier ziet u de ID die is doorgegeven door de Google Cloud Server ten tijde van registratie. Dit item wordt alleen weergegeven wanneer deze is geregistreerd.

  • [Printernaam]

    Hier wordt de naam van de printer weergegeven die gebruikers zien.

  • [De proxy-ID]

    Hier ziet u de ID van de printerclient of proxy.

  • [Verbindingsmethode]

    Hier kunt u opgeven hoe verbinding wilt maken met de Google Cloud-server.

    • [PULL]: Maak verbinding met de Google Cloud-server nadat de tijd is ingesteld in [PULL: Verbindingsinterval].

    • [PUSH]: Maak verbinding met de Google Cloud-server met XMPP-meldingen.

  • [Verbindingsstatus]

    Hier wordt de verbindingsstatus met de server van Google wordt weergegeven. Dit item wordt alleen weergegeven wanneer deze is geregistreerd.

  • [PUSH: SSL]

    Hier kunt u opgeven of u SSL wilt gebruiken voor XMPP.

  • [PUSH: Server]

    Hier ziet u de naam van de server die verbinding maakt met XMPP. Het is niet nodig dit item te wijzigen totdat de server van Google wijzigt.

  • [PUSH: Poortnummer]

    Hier ziet u het poortnummer van de server die verbinding maakt met XMPP.

  • [PULL: Verbindingsinterval]

    Hier dient u het verbindingsinterval op te geven als de verbindingsmethode op [PULL] is ingesteld.

  • [Lokale verbinding]:

    Hier kunt u opgeven of u lokale ontdekking door Privet wilt inschakelen.

  • [Lokaal afdrukken]

    Hier kunt u opgeven of u de API voor lokaal afdrukken door Privet ingeschakeld moet worden.

  • [Geconverteerd bestand afdrukken]

    Hier kunt u opgeven of lokale conversie door Privet moet worden ingeschakeld.

  • [Bevestigingsinterval XMPP-verbinding]

    Hier kunt u de tijdsduur tussen XMPP-kanaalpings opgeven.

  • [Google-servernaam]

    Hier ziet u de naam van de server waarmee verbinding moet worden gemaakt wanneer HTTPS API (/register, enz.) wordt uitgevoerd. Het is niet nodig dit item te wijzigen totdat de server van Google wijzigt.

  • [OAuth-servernaam]

    Hier ziet u de naam van de server waarmee verbinding moet worden gemaakt wanneer de printer (OAuth 2 Auth-tokens van bestemmingsserver) wordt geverifieerd. Het is niet nodig dit item te wijzigen totdat de server van Google wijzigt.

  • [Proxyserver]

    Hier kunt u opgeven of er een proxyserver ingeschakeld moet worden.

  • [Proxy-adres]

    Wanneer u een proxyserver gebruikt, geeft u het adres van de proxyserver op.

  • [Proxy-poortnummer]

    Wanneer u een proxyserver gebruikt, geeft u het poortnummer van de proxy op.

  • [Proxy-gebruikersnaam]

    Wanneer u een proxyserver gebruikt, geeft u de gebruikersnaam van de proxy op.

  • [Proxy-wachtwoord]

    Wanneer u een proxyserver gebruikt, geeft u het wachtwoord van de proxy op.

6Configureer de benodigde instellingen en klik dan op [Wijzigen].

7Voer het wachtwoord van de beheerder in als u het wachtwoord heeft geregistreerd in [Beheerderstoepassingen].

8Klik op [OK].

9Sluit uw internetbrowser.