GebruikershandleidingIM 350/430 series

De instellingen voor de papiersoort en de papierdikte configureren

Als de afdrukinstellingen en het geplaatste papier die voor de afdruktaak worden gebruikt niet overeenkomen, treedt er een discrepantiefout op.

Controleer de papierinstellingen en configureer ze voordat u begint met afdrukken.

Belangrijk

  • Voordat u de instellingen wijzigt, bevestigt u de prioriteit van de papierinstellingen voor afdrukken (prioriteit voor het printerstuurprogramma of voor het bedieningspaneel).

In het printerstuurprogramma

Controleer de instellingen van de papierlade en de papiersoort in het printerstuurprogramma en zorg dat de instellingen overeenkomen met het geplaatste papier.

Op het bedieningspaneel

Druk op [Systeeminstellingen], [Instellingen papierlade], en vervolgens op [Volg.]. Controleer de instellingen van de lade op die u gebruikt (handinvoerlade, lade 1, lade 2, lade 3 en lade 4) en zorg dat [Papiertype] en [Papierdikte] overeenkomen met het geplaatste papier.

  • Als [Hulp bij opgeven v pap.inst vr handinv weerg.] in [Instellingen papierlade] of [Systeeminstellingen] is ingeschakeld, wordt de papiersoort die momenteel is opgegeven weergegeven op het bedieningspaneel wanneer u papier in de handinvoer plaatst. Zorg dat de instellingen overeenkomen met de papiersoort die u in de handinvoer heeft geplaatst.