GebruikershandleidingIM 350/430 series

Een gebruikerscode wijzigen of verwijderen

Belangrijk

  • Zelfs als u een gebruikerscode wijzigt, zal de waarde van de teller niet worden gewist.

  • Na het verwijderen van de gebruikerscode wordt de teller automatisch teruggezet.

Een gebruikerscode wijzigen

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg naar links en druk vervolgens op het pictogram [Adresboekmanagement].

3Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.

4Selecteer de gebruiker waarvoor u de gebruikerscode wilt wijzigen.

Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.

U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam, e-mailadres of IP-faxbestemming.

5Druk op [Verif. info].

6Druk op [Wijzigen] onder "Gebruikerscode".

Afbeelding van bedieningspaneel

7Voer de nieuwe gebruikerscode in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de [Hekje]-knop.

8Om de beschikbare functies te wijzigen, drukt u op [Pijltje omlaagVolgende] om "Beschikbare functies" weer te geven.

9Druk op de toets om de functies te selecteren die u wilt inschakelen.

10Druk op [OK].

11Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

12Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

Een gebruikerscode verwijderen

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg naar links en druk vervolgens op het pictogram [Adresboekmanagement].

3Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.

4Selecteer de naam van wie de code moet worden verwijderd.

Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.

U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam, e-mailadres of IP-faxbestemming.

5Druk op [Verif. info].

6Druk op [Wijzigen] om de gebruikerscode te verwijderen en druk dan op de toets [Hekje].

Afbeelding van bedieningspaneel

7Druk op [OK].

8Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

9Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

Opmerking