De oorspronkelijke setup van een speciale afzender programmeren
Configureer de volgende instellingen voor de oorspronkelijke setup van de functie voor speciale afzenders:
Geverifieerde ontvangst
Geef op of u geautoriseerde ontvangst voor speciale afzenders wilt inschakelen.
Wanneer u deze instelling inschakelt, geeft u het ontvangsttype op bij de volgende instelling.
De afzender opgegeven in Geautoriseerde ontvangst per afzender
Geef het gemachtigde ontvangsttype op. U kunt ervoor kiezen om faxdocumenten van speciale afzenders te ontvangen of af te wijzen.
Speciale ontvangstfunctie
Geef aan of de functies die voor individuele afzenders zijn ingesteld, moeten worden gebruikt voor alle speciale afzenders of niet.
Wanneer u [Aan] selecteert voor deze instelling, worden de volgende functies ingeschakeld:
Dubbelzijdig afdrukken per afzender
Aantal af te drukken ontvangstbestanden per afzender
RX-geh.bev. per afz.
Papierlade per afzender
Wanneer u [Uit] selecteert voor deze instelling, worden de functies van de speciale afzenders uitgeschakeld en worden de instellingen van [Ontvangstinstellingen] voor alle afzenders ingeschakeld.
Papierform. Handinvoer
Geef het papierformaat op dat u voor de handinvoerlade wilt gebruiken.
Gebruik deze instelling wanneer u een speciale afzender registreert die de handinvoerlade gebruikt voor [Papierlade per afzender].
Kies [Normaal formaat] of [Aangep. formaat] als methode om het formaat op te geven.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Ontv.instellingen].
Druk op [Speciale afzender programmeren].
Druk op [Oorspronkelijke setup].
Selecteer de functie die u wilt programmeren.

Configureer de instellingen voor Geautoriseerde ontvangst, indien nodig.
Druk op [Geautoriseerd ontvangst], en druk vervolgens op [Aan] of [Uit].
Wanneer u [Uit] bij deze instelling selecteert, gaat u verder met Stap.8.
Geef het gemachtigde ontvangsttype op.
Selecteer [Ontvangen] of [Weigeren] bij de instelling De afzender opgegeven in Geautoriseerde ontvangst per afzender.
Ontvangen: Ontvang alleen documenten van bepaalde afzenders
Weigeren: Wijs documenten van bepaalde afzenders af
Druk op [OK].
Configureer de instellingen voor Speciale ontvangstfunctie, indien nodig.
Druk achtereenvolgens op [Speciale ontvangstfunctie], op [Aan] of [Uit] en op [OK].
Configureer de instellingen voor Papierform. Handinvoer, indien nodig.
Druk op [Papierform. handinvoer] en druk op [Normaal formaat] of [Aangepast formaat].
Normaal formaat
Druk op [Normaal formaat] en selecteer een formaat.
Ang.fr
Druk op [Aangepast formaat], voer de horizontale en verticale formaten van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Geef een horizontaal formaat op tussen 60 mm (2,4 inch) en 216 mm (8,5 inch).
Geef een verticaal formaat op tussen 127 mm (5,0 inch) en 900 mm (35,4 inch).
Telkens wanneer u op [mm] of [inch] drukt, wisselen de eenheden tussen "mm" en "inch". Als u een lengte invoert en van meeteenheid wisselt door te drukken op [mm] of [inch], wordt deze lengte automatisch geconverteerd (cijfers achter de komma worden afgerond).
Druk op [OK].
Druk twee keer op [Afsluiten].