Het printerstuurprogramma via het gedownloade bestand installeren
Dubbelklik op het gedownloade bestand.
Controleer de installatielocatie van het stuurprogramma en klik vervolgens op [Installeren].
Wanneer u een "Veiligheidswaarschuwing" krijgt, klikt u op [OK].
Indien het scherm "Gebruikersaccountbeheer" wordt weergegeven, klikt u op [Ja] of [Toestaan].
In het scherm "Gebruiksrechtovereenkomst" selecteert u [Akkoord] en klikt u vervolgens op [Volgende].
Selecteer [Netwerk] en klik vervolgens op [Volgende].

Klik op [Klikken als u het apparaat niet kunt vinden].

Indien het scherm "Fout met netwerkverbinding" wordt weergegeven, klikt u op [OK].
Klik op [Zoeken op apparaatnaam] en klik vervolgens op [Volgende].
Selecteer het gewenste apparaat en klik vervolgens op [Volgende].

In het dialoogvenster "Afdr.voork." klikt u op [Poort toev].

Selecteer [LPR-poort] en klik vervolgens op [OK].

Voer de poortgegevens in en klik op [OK].
Naam of adres van server die LPD levert: Voer hier het IP-adres van het apparaat in.
Naam van printer of afdrukwachtrij op die server: Voer hier "lp" in.
Controleer of "(IP-adres apparaat): lp" wordt weergegeven in "Poortnaam" in het scherm "Afdrukvoorkeuren".
Configureer de items in "Geavanceerde instellingen" indien nodig en klik op [Volgende].
De installatie van het printerstuurprogramma begint.
Voor het PCL 6-stuurprogramma gaat u naar stap 14.
Raadpleeg uw beheerder indien de geavanceerde instellingen nodig zijn.
Klik op [Printereigenschappen openen].
Op het tabblad [Accessoires] controleert u of de opties zijn geselecteerd die geïnstalleerd zijn op het apparaat. Klik daarna op [OK]
[Volgende].
Zodra de installatie is voltooid, drukt u op [Voltooien].