GebruikershandleidingIM 350/430 series

Opgeslagen documenten afdrukken

U kunt documenten afdrukken die zijn opgeslagen op de Documentserver.

U kunt de volgende instellingen opgeven in het afdrukscherm:

  • Papierlade

  • Het aantal afdrukken

  • [Afwerken] ([Sorteren])

  • [Kaft/Tussenblad] ([Voorblad], [Voor-/Achterblad], [Tusvg/Hfst], [Tussenblad])

  • [Bew./Stempel] ([Marge aanp.], [Stempel])

  • [2-zijdige kopie B/B], [2 zijdige kopie B/O], [Boekje], [Tijdschrift]

Voor meer informatie over de functies, zie de verschillende paragrafen.

1Selecteer een map.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Selecteer het document dat moet worden afgedrukt.

Als een wachtwoord voor het document is ingesteld, voert u dit in en drukt u vervolgens op [OK].

3Wanneer u twee documenten of meer tegelijkertijd wilt afdrukken, herhaalt u stap 2.

U kunt maximaal 30 documenten afdrukken.

4Druk bij het opgeven van afdrukvoorwaarden op [Naar afdr.scherm] en configureer de afdrukinstellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

5Voer het aantal afdrukken in met de cijfertoetsen.

Het maximale aantal dat kan worden ingevoerd is 999.

6Druk op [Starten].

Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt u eerst op [Stoppen] en vervolgens op [Afdr. annul.].

Opmerking

  • Als u op [Resetten] drukt, worden alle selecties ongedaan gemaakt.

  • U kunt met [Gebruikersnaam] of [Bestandsnaam] aan de linkerzijde van het scherm zoeken naar het betreffende document. Voor meer informatie over het zoeken naar documenten, zie Zoeken naar opgeslagen documenten.

  • Wanneer twee of meer documenten zijn geselecteerd, drukt u op [Pijltje omhoog] [Pijltje omlaag] om de gebruikersnaam, bestandsnaam en afdrukvolgorde van het document te bevestigen.

  • De kopieer- en afdrukfuncties bewaren de opgegeven afdrukvoorwaarden nadat het afdrukken is beëindigd en zullen die de volgende keer weer gebruiken. De faxfunctie kan de afdrukvoorwaarden niet opslaan.

  • Wanneer u twee of meer documenten heeft geselecteerd, worden de afdrukvoorwaarden opgeslagen bij het eerste document, maar niet bij de daaropvolgende documenten.

  • Wanneer u twee of meer documenten tegelijkertijd afdrukt, worden de afdrukinstellingen van het eerste document toegepast op alle overige documenten.

  • Een aantal van de geselecteerde documenten wordt mogelijk niet afgedrukt vanwege verschil in formaat of resolutie.

  • De Stempel-functie kan niet worden opgegeven voor documenten die worden opgeslagen via de faxfunctie.

  • Wanneer u twee of meer pagina's afdrukt nadat u de functie Sorteren heeft geselecteerd, kunt u de afwerking controleren door slechts één kopie af te drukken. Voor meer informatie over de testafdrukfunctie, zie Testafdruk.

  • U kunt het maximale aantal afdrukken wijzigen onder [Max. aantal kopieën] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Algemene functies.

  • Met Web Image Monitor kunt u vanaf uw computer een document afdrukken dat is opgeslagen in de Documentserver. (Web Image Monitor is een beheertool die op dit apparaat is geïnstalleerd om dit apparaat te beheren of instellingen te configureren voor dit apparaat door een internetbrowser te gebruiken.) Voor meer informatie over de opstartprocedure van Web Image Monitor, zie Opgeslagen documenten weergeven met behulp van een internetbrowser .