Procedure voor marge aanpassen (klassiek)
Druk op [Bew./Stempel].

Druk op [Marge aanp.].

Stel een bindmarge in voor de voorpagina's.
Druk op [
] en [
] om de boven- en ondermarge in te stellen. Druk op [
] en [
] om de linker- en rechtermarge in te stellen.

Stel een bindmarge in voor de achterpagina's.
Een marge aan de achterzijde van de pagina is geldig wanneer [1-zijdig
2-zijdig] of [Comb. 2-zijd.] is geselecteerd.
Als u geen marges hoeft in te stellen voor de achterpagina's, ga dan naar stap 5.
Druk op [OK].
![]()
U kunt een inbindmarge van maximaal 30 mm instellen in stappen van 1 mm.
Als u een inbindmarge instelt die te breed is, wordt een deel van de afbeelding mogelijk niet gekopieerd.
Wanneer u kopieën maakt in de modus Combineren, wordt de inbindmarge toegevoegd aan de kopieën, nadat het combineren is voltooid.
U kunt de instellingen voor Marge-aanpassing wijzigen onder [Bewerken] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Bewerken.