GebruikershandleidingIM 2702

Systeem (Printereigensch.)

In deze sectie worden de instellingen in het menu [Systeem] onder [Printereigenschappen] beschreven.

Items

Beschrijving

Foutenrapport afdrukken

U kunt opgeven of een foutenrapport moet worden afgedrukt wanneer zich een printer- of geheugenfout voordoet.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch doorgaan

Wanneer het papier dat is opgegeven in het printerstuurprogramma niet is ingesteld op het apparaat, kunt u opgeven of het apparaat door moet gaan met afdrukken op papier dat niet is opgegeven nadat zich een systeemfout heeft voorgedaan (geforceerd afdrukken).

Wanneer u [Direct] opgeeft, wordt geforceerd afdrukken gestart. U kunt het dialoogvenster weergeven om te bevestigen of u wilt doorgaan met afdrukken en opgeven om tot een bepaalde periode (1 tot 15 minuten) te wachten.

Afhankelijk van de apparaatinstellingen wordt het afdrukken geannuleerd en wordt geforceerd afdrukken niet gestart. De resultaten van geforceerd afdrukken kunnen niet worden gegarandeerd.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Geheugenoverloop

Wanneer de verzonden gegevensgrootte te groot is om op het apparaat te verwerken, kunt u aangeven of u wilt stoppen met afdrukken op de foutenpagina (Niet afdrukken) of wilt doorgaan met afdrukken.

Om door te gaan met afdrukken, geeft u de functie Sorteren vrij en drukt u de fouteninformatie als laatste af.

  • Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

Instelling foutweergave

U kunt aangeven of alle afdrukfouten op het bedieningspaneel moeten worden weergegeven. Wanneer u [Alleen belangrijke] opgeeft, worden sommige afdrukfouten weergegeven.

  • Standaardinstelling: [Alle]

Bevst. vr PDL-fout autom annul

Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u [Foutieve afdr.taken aut annul] opgeeft bij [Weergeven]. U kunt aangeven of het scherm moet worden weergegeven om de automatische annulering van de foutieve taak op het bedieningspaneel te bevestigen. De volgende taak start pas als het scherm verdwijnt.

  • Standaardinstelling: [Niet weergeven]

Afdruktaken met fouten automatisch annuleren

Wanneer er een afdrukfout optreedt, kunt u aangeven of het afdrukken van de foutieve taak automatisch moet worden geannuleerd en of de taak is ontvangen vlak voordat de fout is opgetreden.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Gerot.sort: Autom.pap. doorg.

U kunt aangeven of u wilt blijven afdrukken als Geroteerd sorteren is opgegeven en het papier dat is geladen in de papierlade opraakt in liggende of staande richting.

  • Standaardinstelling: [Uit]

180 graden roteren

U kunt opgeven wanneer u de afdruk 180 graden draait ten opzichte van de papierrichting. Gebruik deze functie om op papier af te drukken met een vaste afdrukrichting, zoals briefpapier of een envelop.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Gecomprim. gegevens afdrukken (IPP)

U kunt aangeven of u taakgegevens die zijn gecomprimeerd in het GZIP-formaat, wilt decomprimeren en extraheren voordat u gaat afdrukken.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Duplex

U kunt instellen of u op beide zijden van alle pagina's afdrukt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Kopieën:

U kunt het aantal exemplaren opgeven tijdens het afdrukken zonder het printerstuurprogramma te gebruiken.

  • Standaard: "1" Kopieën

Afdrukken Blanco pagina

Hier kunt u opgeven of u lege pagina's wilt afdrukken.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Pagina's die aan een van de volgende voorwaarden voldoen, worden als blanco beschouwd.

  • Er zijn geen afbeeldingen.

  • Er zijn afbeeldingen, maar die bevinden zich buiten het afdrukbare gebied.

  • Er zijn enkel blanco tekens.

Randen bijwerken

U kunt opgeven of u bij het afdrukken de randen van karakters en afbeeldingen wilt bijwerken.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Toner besparen

U kunt aangeven of het inktverbruik bij het afdrukken moet worden beperkt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Printertaal

Geef de printertaal op.

  • Standaardinstelling: [Autom.]

Sub papierformaat

U kunt aangeven of A4- en 81/2 × 11-papier als hetzelfde formaat worden behandeld.

  • Standaardinstelling: [Autom.]

Paginaformaat

U kunt de standaardpapierformaten kiezen.

  • Standaardinstelling: [A4]

Briefpapierinstelling

Als u wilt afdrukken op papier met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting (bijvoorbeeld briefpapier), moet u de correcte instellingen voor beeldrotatie en afdrukzijde maken. Stel het papier zo in dat de papierrichting en de afdrukzijde correct zijn geplaatst.

Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen

  • Standaardinstelling: [Autodetectie]

Prioriteit lade-instelling

U kunt aangeven of prioriteit moet worden gegeven aan de instellingen in het printerstuurprogramma of aan opdrachten (papierformaat of papiersoort) of aan de instellingen op het bedieningspaneel. U kunt voor elke lade de volgende instellingen opgeven:

  • Driver/Opdracht

    De instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma of via de opdracht, worden gebruikt om af te drukken, ongeacht de instellingen die op het bedieningspaneel zijn opgegeven.

    Wanneer [Driver/Opdracht] is geselecteerd in de handinvoer, kunt u opgeven of het papierformaat, de papiersoort en de papierrichting in de driver moet worden geselecteerd of moet u opdrachten (Papierbevestiging voor handinvoer scherm) gebruiken. De Papierbevestiging voor handinvoer is standaard ingesteld op [Niet weergeven].

  • Apparaatinstelling(en)

    Papierlade-instellingen die op het bedieningspaneel zijn opgegeven, worden gebruikt voor afdrukken. Als de papierlade-instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma of via een opdracht verschillend zijn, treedt er een fout op van een verkeerde combinatie van papier.

  • Apparaatinstelling(en): Elk type

    U kunt deze functie alleen voor de handinvoer opgeven. De formaten komen niet overeen wanneer u een ander papierformaat in het printerstuurprogramma of in de opdracht ingeeft.

Standaardinstelling:

  • Handinvoer: [Apparaatinstelling(en): Elk type]

  • Lade 1–3: [Apparaatinstellingen]

Afdruk zonder marges

U kunt opgeven of u gebruik wilt maken van het maximale afdrukgebied.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Standaard printertaal

U kunt de standaard taal van de printer instellen als het apparaat de printertaal niet automatisch kan vinden.

  • Standaardinstelling: [PCL]

Lade wisselen

Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u afdrukt door de lade in het printerstuurprogramma op te geven. U kunt aangeven of u wilt overschakelen naar automatische papierkeuze wanneer het papier dat in de lade is geplaatst verschilt van de instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma. Als hetzelfde papier in een andere lade wordt geplaatst, wordt het papier vanuit de lade ingevoerd.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch lade wisselen (uitgebreid)

Dit zijn de gebruikersinstellingen wanneer u afdrukt door de papierlade op te geven. U kunt aangeven of hetzelfde papier in een andere lade moet worden gebruikt wanneer het papier in de aangegeven lade opraakt.

Als automatisch lade wisselen voor afdrukinstellingen van emulatie is uitgeschakeld, wordt het afdrukken via automatisch lade wisselen voortgezet.

  • Standaardinstelling: [Uit]