GebruikershandleidingIM 2702

Alg. eigensch. (Systeeminstellingen)

In deze sectie worden de instellingen bij [Alg. eigenschappen] onder [Systeeminstellingen] beschreven

Items

Beschrijving

Instelling schermkleur

Selecteer de schermkleur van het scherm apparaatinstellingen.

  • Standaardinstelling: [Blauwgrijs]

Overschakeltimer weergegeven toepassing

Geef op wanneer er naar het scherm moet worden overgeschakeld als er zich een gebeurtenis in een andere toepassing voordoet omdat er gedurende een bepaalde tijd geen toetsinvoer in het scherm van de toepassing heeft plaatsgevonden.

  • Standaardinstelling: [Tijd instellen], [3 seconde(n)]

Toetsherhaling

Geef de periode op om te identificeren dat een toets herhaaldelijk wordt ingedrukt wanneer u op het scherm blijft drukken. De toetsherhaalfunctie is alleen beschikbaar bij gebruik van het scherm apparaatinstellingen.

  • Standaardinstelling: [Normaal]

Meeteenheid

Geef hier de eenheid van de papiermaat op die op het bedieningspaneel moet worden weergegeven.

  • Standaardinstelling: [mm]

Controleer status/Takenlijst weergavetijd

Geef aan of het weergegeven scherm moet worden verborgen door [Controleer status] automatisch in te drukken. U kunt de weergavetijd kiezen.

  • Standaardinstelling: [Aan]: [15 seconde(n)]

Uitvoer: Kopieerapparaat

Uitvoer: Fax

Uitvoer: Printer

Geef op in welke lade de documenten worden afgeleverd. De uitvoerlade is afhankelijk van de geïnstalleerde opties.

  • Standaardinstelling: [Interne lade 1]

Ontwaken uit en.sp.stnd vr bedrijfstoep.

Geef aan of u energiezuinig ontwaken vanuit de slaapstand wilt inschakelen. Als [Aan (energie besparen)] wordt geselecteerd, kan dit meer energie besparen voor de functies, zoals adresboek of browser die de afdrukfunctie of scanfunctie niet gebruiken. Het duurt langer dan normaal om te beginnen met afdrukken of scannen.

  • Standaardinstelling: [UIT]

USB-apparaatlijst programmeren/wijzigen

Registreer informatie over de Product-ID en Verkoper ID voor een IC-kaartlezer als set op de apparatenlijst om het gebruik van USB-apparaten te beperken. De "Product-ID"- en "Verkoper ID"-informatie voor een USB-apparaat zijn door de fabrikant toegewezen om het individuele apparaat te identificeren. De "Verkoper ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0x0001 en 0xFFFE en de "Product-ID"-invoerinstellingen liggen tussen 0 en 0xFFFF. Er kunnen maximaal tien paar "Product-ID"- en "Verkoper ID"-gegevens worden geregistreerd.