GebruikershandleidingIM 2702

Het printerstuurprogramma installeren voor afdrukken via de LPR-poort

Om via de LPR-poort af te drukken, voegt u de LPR-poort toe en installeert u het printerstuurprogramma.

Belangrijk

  • Vink vooraf het selectieevakje "LPR-poortmonitor" in [Afdruk- en documentservices] in [Windows-onderdelen in- of uitschakelen].

Het printerstuurprogramma vanaf de cd-rom installeren

1Plaats de cd-rom in de computer.

Indien het installatieprogramma niet automatisch opstart, dubbelklikt u op [Setup.exe] in de hoofddirectory van de cd-rom.

2Selecteer een taal en klik vervolgens op [OK].

3Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma].

Illustratie stuurprogrammascherm

4In het scherm "Gebruiksrechtovereenkomst" klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

5Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt installeren en klik op [Volgende].

6Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

7Selecteer [LPR-poort] in het scherm "Wizard Printer en hulpprogramma toevoegen" en klik op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

8Voer de poortgegevens in en klik op [OK].

  • Naam of adres van server die LPD levert: Voer hier het IP-adres van het apparaat in.

  • Naam van printer of afdrukwachtrij op die server: Voer hier "lp" in.

9Selecteer de [Printernaam] en open vervolgens de menustructuur.

Illustratie stuurprogrammascherm

10Controleer of "(IP-adres van het apparaat): lp" wordt weergegeven in [Poort].

11Geef de naam op van de printer die moet worden geïnstalleerd en of deze moet worden ingesteld als standaardprinter.

12Klik op [Doorgaan].

De installatie van het printerstuurprogramma begint.

13Klik op [Voltooien].

Wanneer u gevraagd wordt uw computer opnieuw op te starten, doe dit dan door het volgen van de instructies die verschijnen.

Het printerstuurprogramma via het gedownloade bestand installeren

1Dubbelklik op het gedownloade bestand.

2Controleer de installatielocatie van het stuurprogramma en klik vervolgens op [Installeren].

  • Wanneer u een "Veiligheidswaarschuwing" krijgt, klikt u op [OK].

  • Indien het scherm "Gebruikersaccountbeheer" wordt weergegeven, klikt u op [Ja] of [Toestaan].

3In het scherm "Gebruiksrechtovereenkomst" selecteert u [Akkoord] en klikt u vervolgens op [Volgende].

4Selecteer [Netwerk] en klik vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

5Klik op [Klikken als u het apparaat niet kunt vinden].

Illustratie stuurprogrammascherm
  • Indien het scherm "Fout met netwerkverbinding" wordt weergegeven, klikt u op [OK].

6Klik op [Zoeken op apparaatnaam] en klik vervolgens op [Volgende].

7Selecteer het gewenste apparaat en klik vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

8In het dialoogvenster "Afdr.voork." klikt u op [Poort toev].

Illustratie stuurprogrammascherm

9Selecteer [LPR-poort] en klik vervolgens op [OK].

Illustratie stuurprogrammascherm

10Voer de poortgegevens in en klik op [OK].

  • Naam of adres van server die LPD levert: Voer hier het IP-adres van het apparaat in.

  • Naam van printer of afdrukwachtrij op die server: Voer hier "lp" in.

11Controleer of "(IP-adres apparaat): lp" wordt weergegeven in "Poortnaam" in het scherm "Afdrukvoorkeuren".

12Configureer de items in "Geavanceerde instellingen" indien nodig en klik op [Volgende].

De installatie van het printerstuurprogramma begint.

Voor het PCL 6-stuurprogramma gaat u naar stap 14.

  • Raadpleeg uw beheerder indien de geavanceerde instellingen nodig zijn.

13Klik op [Printereigenschappen openen].

14Op het tabblad [Accessoires] controleert u of de opties zijn geselecteerd die geïnstalleerd zijn op het apparaat. Klik daarna op [OK][Volgende].

15Zodra de installatie is voltooid, drukt u op [Voltooien].