GebruikershandleidingIM 2702

Het printerstuurprogramma installeren om via de IPP-poort af te drukken

Om via de IPP-poort te kunnen afdrukken, installeert u het printerstuurprogramma in het scherm "Apparaten en printers" in het Configuratiescherm.

1Open het scherm "Apparaten en printers".

Windows 10 (versie 1703 of later)

  1. Klik in het menu [Start] op [Windows-systeem] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 10 (ouder dan versie 1703), Windows Server 2016

  1. Klik met de rechtermuisknop op [Start] en klik dan op [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 8.1, Windows Server 2012/2012 R2

  1. In de pictogrambalk klikt u op [Instellen] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 7, Windows Server 2008 R2

  1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].

Windows Server 2008

  1. Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].

  2. Klik bij [Hardware en geluid] op [Printer].

2Klik op [Een printer toevoegen].

  • In Windows 7 en Windows Server 2008/2008 R2 klikt u op [Printer toevoegen] en vervolgens op [Een netwerk, draadloze of Bluetooth-printer toevoegen].

3Klik op [De printer die ik wil staat niet in de lijst].

Illustratie stuurprogrammascherm

4Selecteer [Een gedeelde printer op naam selecteren] en voer vervolgens "http://(IP-adres apparaat)/printer" of "http://(IP-adres van apparaat)/ipp" in.

Illustratie stuurprogrammascherm

5Klik op [Volgende].

6Klik op [Schijf...]. [Bladeren...] om het stuurprogramma op te geven (INF-bestand) en klik vervolgens op [OK].

  • Indien het cd-romstation D:\ is, wordt het bestand in de volgende map opgeslagen:

    Stuurprogramma

    OS

    Map

    PCL 6

    32-bits stuurprogramma

    D:\X86\DRIVERS\PCL6\X86\MUI\DISK1

    64-bits stuurprogramma

    D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1

    PostScript 3

    32-bits stuurprogramma

    D:\X86\DRIVERS\PS\X86\MUI\DISK1

    64-bits stuurprogramma

    D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1

  • Het gedownloade bestand wordt opgeslagen in de map "DISK1".

7Selecteer de printer die u wilt installeren in het scherm "Wizard Printer toevoegen" en klik vervolgens op [OK].

Illustratie stuurprogrammascherm

8Om de printernaam te wijzigen die op het scherm wordt weergegeven, voert u de printernaam in en klikt u vervolgens op [Volgende].

9Om een standaardprinter in te stellen, vinkt u het selectievakje van de printer aan en klikt u vervolgens op [Voltooien].