IPP-verificatie
Apparaatbeheer > Configuratie > Beveiliging > IPP-verificatie

Als u IPP gebruikt, moet u hier de verificatie-instellingen voor afdrukken configureren.

Opmerking

Functie voor gebruikersverificatie van hoofdeenheid

Geef aan of u wilt verifiëren met behulp van de functie voor gebruikersverificatie van het apparaat of dat u de bestaande IPP-verificatie-instellingen wilt gebruiken.

Verificatie

Geef aan of een gebruikersnaam en wachtwoord vereist zijn voor afdrukken.
Bij het uitvoeren van verificatie kunt u maximaal 10 combinaties van gebruikersnamen en wachtwoorden registreren.

Inactief

Verificatie wordt niet uitgevoerd. Elke gebruiker kan met het apparaat afdrukken.

BASIC

Alleen gebruikers waarvan de Gebruikersnaam en het Wachtwoord zijn geregistreerd, kunnen afdrukken. BASIC biedt tijdens verificatie geen codering.

DIGEST

Alleen gebruikers waarvan de Gebruikersnaam en het Wachtwoord zijn geregistreerd, kunnen afdrukken. DIGEST codeert de gebruikersnaam en het wachtwoord, en biedt verificatie.
Bij het uitvoeren van verificatie wordt u aangeraden DIGEST te selecteren.

Opmerking

Gebruikersnaam

Voer een gebruikersnaam in die afdrukrechten heeft als BASIC of DIGEST in de lijst Verificatie is geselecteerd. Gebruik maximaal acht tekens. U kunt geen dubbele punten invoeren.

Opmerking

Wachtwoord

Voer het wachtwoord in van de in het vak Gebruikersnaam ingevoerde gebruiker. U kunt maximaal 8 tekens invoeren.

Opmerking

Knoppen

Terug naar boven

Vernieuwen

Klik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.

Opmerking

OK

Klik hierop om de instellingen door te voeren.

Annuleren

Klik hierop om de instellingen te annuleren.

 

Terug naar boven