Management beheerdersverificatie
Apparaatbeheer > Configuratie > Apparaatinstellingen > Management beheerdersverificatie
U kunt opgeven of beheerdersverificatie wordt uitgevoerd op het bedieningspaneel van het apparaat. U kunt ook het beheerderniveau ("Hoog" of "Laag") kiezen voor de instelitems voor de beheerder. Items met een "Hoog" beheerniveau moeten worden beheerd door beheerders die schrijfrechten hebben. Sommige items van het "Laag" beheerniveau zijn beschikbaar voor geverifieerde (aangemelde) gebruikers.
Opmerking
- Op deze pagina kunt u instellingen uitvoeren voor items die enkel relevant zijn voor de huidige beheerder.
- De instellingen op deze pagina zijn van toepassing als de beheerder instellingen uitvoert op het bedieningspaneel van het apparaat. De Beheerder wordt altijd geverifieerd voor hij instellingen uitvoert op de internetbrowser-pagina's.
Verificatie gebruikersbeheerder
Bepaal of de Gebruikersbeheerder wordt geverifieerd als Gebruikersinstellingen (bijv. het Adresboek bewerken) worden uitgevoerd op het bedieningspaneel.
Opmerking
- Als u gebruikersverificatie wilt inschakelen, moet u ervoor zorgen dat "Aan" is geselecteerd.
Beschikbare instellingen voor gebruikersbeheerder
Bepaal het beheerniveau ("Hoog" of "Laag") voor items die worden beheerd door de Gebruikerbeheerder.
Vink het selectievakje aan om het beheerniveau op "Hoog" te zetten, of maak het selectievakje leeg om het beheerniveau in te stellen op "Laag".
Verificatie apparaatbeheerder
Bepaal of de Apparaatbeheerder wordt geverifieerd om apparaatinstellingen (bijv. standaardwaarden voor dit systeem) uit te voeren op het bedieningspaneel.
Beschikbare instellingen voor apparaatbeheerder
Bepaal het beheerniveau ("Hoog" of "Laag") voor items die worden beheerd door de Apparaatbeheerder.
Vink het selectievakje aan om het beheerniveau op "Hoog" te zetten, of maak het selectievakje leeg om het beheerniveau in te stellen op "Laag".
Verificatie netwerkbeheerder
Bepaal of de Netwerkbeheerder wordt geverifieerd als hij configuratie-instellingen voor het netwerk uitvoert op het bedieningspaneel.
Beschikbare instellingen voor netwerkbeheerder
Bepaal het beheerniveau ("Hoog" of "Laag") voor items die worden beheerd door de Netwerkbeheerder.
Vink het selectievakje aan om het beheerniveau op "Hoog" te zetten, of maak het selectievakje leeg om het beheerniveau in te stellen op "Laag".
Verificatie bestandsbeheerder
Bepaal of de Bestandbeheerder wordt geverifieerd als hij instellingen voor de documentserver uitvoert op het bedieningspaneel.
Beschikbare instellingen voor bestandsbeheerder
Bepaal het beheerniveau ("Hoog" of "Laag") voor items die worden beheerd door de Bestandbeheerder.
Vink het selectievakje aan om het beheerniveau op "Hoog" te zetten, of maak het selectievakje leeg om het beheerniveau in te stellen op "Laag".
Knoppen
Vernieuwen
Klik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
- Voordat u de instellingen invoert, klikt u op Vernieuwen om de huidige status van het apparaat op te vragen.
OK
Klik hierop om de instellingen door te voeren.
Annuleren
Klik hierop om de instellingen te annuleren.