Gebruik deze pagina om Centraal beheer uit te voeren.
Opmerking
Geeft de Beheerserver weer.
Het selecteren van Niet centraal beheren schakelt de functie Centraal beheer uit.
Toont de naam van het apparaat.
Dit is de naam die is opgegeven in Apparaatnaam op de pagina Configuratie - Apparaatinstellingen - Systeem.
Hier wordt de locatie van het apparaat weergegeven.
Dit is de locatienaam die is opgegeven in Locatie op de pagina Configuratie - Apparaatinstellingen - Systeem.
Geef een wachtwoord op voor de verbinding met de beheerserver wanneer u het apparaat configureert als Beheerde client. Voer het wachtwoord in met minimaal 4 en maximaal 16 alfanumerieke tekens en symbolen.
Opmerking
Specificeer het te beheren item op de centrale beheerserver.
Beheert de adresboeken van meerdere apparaten tegelijk.
Telt de totale milieuvriendelijke index van alle apparaten gezamenlijk.
Elk apparaat kan de milieuvriendelijke index van elk apparaat en de totale index van alle apparaten gezamenlijk weergeven.
Limiteert het totale volume (in eenheden) dat door alle apparaten gezamenlijk mag worden afgedrukt.
U kunt het aantal eenheden (saldo) voor elk apparaat instellen.
De lijst met beheerde clients voor dit apparaat wordt weergegeven.
Opmerking
Klik om de clients te synchroniseren met de beheerserver.
Klik hierop om een beheerde client te annuleren die is geselecteerd in de lijst.
Vink het selectievakje links van de registratiegegevens aan om de clientregistratie te annuleren.
De volgende items worden weergegeven in de lijst:
Geeft de apparaatnaam van de beheerde client weer.
Toont het IP-adres of de hostnaam van de beheerde client.
Geeft de locatie van de beheerde client weer.
Geeft de huidige synchronisatiestatus weer.
Klik hierop om de instellingen door te voeren.
Klik hierop om de instellingen te annuleren.