Gebruik deze pagina om de printerfunctie-instellingen te wijzigen.
Opmerking
Instellingen invoeren voor de basisfuncties van het apparaat.
Selecteer deze om een foutrapport af te drukken als er een storing plaatsvindt tijdens het verwerken van gegevens.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL6- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.
Selecteer de reactie van de printer als de betreffende papierlade die bij het, in de afdruktaak, gespecificeerde papierformaat en -type past, niet in de printer aanwezig is.
De printer stopt tot het juiste papier is geplaatst.
Wanneer de opgegeven periode is verstreken, doet de printer het volgende:
Wanneer Automatisch Selecteren is opgegeven, controleert de printer de laden op volgorde van papierladeprioriteit, Lade 1, Lade 2, Lade 3 en de Handinvoer of er papier is geplaatst. Als de printer een lade met papier waarneemt, begint deze met afdrukken.
Als Automatisch selecteren niet is gespecificeerd en de papierlade wordt bepaald door de taak, begint de printer met afdrukken met die lade ongeacht het formaat of het type papier dat in de lade zit. Als de gespecificeerde lade geen papier bevat, stopt de printer tot het juiste papier is geplaatst.
Selecteer de reactie van de printer als de taak te groot is.
Reset de taak op de foutenpagina. Pagina's volgend op de foutenpagina worden niet afgedrukt.
Voor de foutenpagina worden de taakgegevens voor de storing verwerkt en afgedrukt. Volgende pagina's worden normaal afgedrukt en het foutenblad wordt aan het einde afgedrukt. Als dit gebeurt, wordt de elektronische sortering geannuleerd.
Selecteer de indeling van foutmeldingen die op het bedieningspaneel van het apparaat verschijnen wanneer er zich een fout voordoet tijdens het verwerken van afdrukgegevens.
Geeft eenvoudige informatie over de fout weer.
Geeft gedetailleerde informatie over de fout weer.
Bepaal of de afdruktaak waarbij de afdrukfout is opgetreden moet worden gereset en of de taken die voor de fout zijn ontvangen, moeten worden gereset.
Bepaal of Beveiligde afdruk-, Testafdruk- en Uitgestelde afdruktaken die op het apparaat zijn opgeslagen automatisch moeten worden verwijderd.
Als Aan geselecteerd is, voert u een tijd in waarop taken die op het apparaat zijn opgeslagen worden verwijderd. Voer een waarde tussen 1 en 200 uur in.
Bepaal of opgeslagen afdruktaken op het apparaat automatisch moeten worden verwijderd.
Als Aan geselecteerd is, voert u een tijd in waarop taken die op het apparaat zijn opgeslagen worden verwijderd. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 180 (dagen).
Geef aan of afbeeldingen 180 graden moeten worden gedraaid voordat ze worden afgedrukt.
Bepaal of u inkomende gecomprimeerde taakgegevens wilt afdrukken nadat deze zijn gedecomprimeerd op de printer.
Opmerking
Selecteer de gewenste prioriteit voor het geheugengebruik.
Selecteer een optie aan de hand van het papierformaat, de afdrukresolutie en de gebruikte printertaal.
Deze instelling gebruikt het geheugen voor het opslaan van lettertypes en buitenlandse tekens.
Deze instelling gebruikt het geheugen voor het afdrukken op hoge snelheid.
Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken en selecteer vervolgens de inbindrichting.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.
Voer het standaardaantal kopieën in. Beschikbare waardes liggen tussen 1 en 999.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.
Geef aan of blanco pagina's moeten worden afgedrukt.
Selecteer deze optie als u toner wilt besparen.
Als Aan is geselecteerd, wordt er een bepaald aantal punten uit zwarte gebieden verwijderd.
Selecteer de printertaal die moet worden gebruikt.
Als Automatisch is geselecteerd, kiest de printer automatisch een taal uit de beschikbare printertalen aan de hand van de taakinstellingen.
Geef op of het papierformaat automatisch wisselt wanneer papier van het opgegeven formaat niet in de lade is geplaatst. Deze functie ondersteunt alleen automatisch wisselen tussen paper van A4- en Letter-formaat (8 ½ x 11).
Opmerking
Selecteer het standaard papierformaat.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-printerstuurprogramma gebruikt.
Selecteer om het briefhoofd af te drukken.
Er wordt geen briefhoofd afgedrukt.
Voer alleen het afdrukken van het briefhoofd uit als briefpapier is geselecteerd.
Druk altijd een briefhoofd af.
Als u de invoerladen gebruikt, geef dan aan of de papierinstellingen van het apparaat of de papierinstellingen van de taak voorrang hebben.
Opmerking
Taken worden afgedrukt met de papierinstellingen (zoals papierformaat en papiertype) van de taak.
Taken worden afgedrukt met de papierinstellingen (zoals papierformaat en papiertype) van het apparaat.
Zelfs als de papierinstellingen niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, vindt geen papierovereenkomstfout plaats en worden taken afgedrukt vanuit de handinvoer.
Zelfs als de papierinstellingen (zoals het papierformaat en -type) die voor de taak zijn geconfigureerd, niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, treedt er geen fout op bij de papierinvoer en worden taken vanuit de handinvoer afgedrukt.
Deze instelling wordt alleen toegepast als het papierformaat dat voor de taak is geconfigureerd een aangepast formaat heeft. Zelfs als de papierinstellingen (zoals papierformaat en -type) niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, treedt er geen fout op bij papierinvoer en worden taken afgedrukt vanuit de handinvoer.
Selecteer om het hele blad te gebruiken om af te drukken, zonder kaderranden.
Als Aan wordt geselecteerd, worden er geen randen afgedrukt.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.
Selecteer de standaard printertaal die moet worden geactiveerd als de printer wordt ingeschakeld.
Geef aan of moet worden overgeschakeld naar de alternatieve lade als het papierformaat of papiertype dat in de taakgegevens is opgenomen niet overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.
De taak wordt uitgevoerd in de papierlade waarin het juiste papier is geplaatst, indien aanwezig.
Niet overschakelen. Uitvoering van de taak zal een fout opleveren.
Geef aan of testafdruk moet worden uitgeschakeld.
Als u Aan selecteert, kan de printer geen testpagina's afdrukken, zelfs als de printer het commando testafdruk ontvangt.
Bepaal of het apparaat automatisch op een andere lade moet overgaan die papier bevat van het vereiste formaat, de vereiste afdrukrichting en het vereiste type wanneer het papier in de opgegeven lade opraakt tijdens een taak.
Geef aan of de virtuele printerfunctie moet worden in- of uitgeschakeld.
Opmerking
Configureer hier de netwerkgerelateerde instellingen.
Stel de grootte van het geheugen van de I/O-buffer in.
Opmerking
Stel het aantal seconden in dat de printer wacht voor het afronden van een afdruktaak als er geen gegevens meer worden ontvangen door de parallelle interface of USB. Als de aangegeven tijd is verstreken, is ontvangst van gegevens door andere interfaces mogelijk.
Opmerking
Voer instellingen in voor het PCL-afdrukken.
Opmerking
Selecteer de pagina afdrukrichting.
Selecteer het aantal regels per pagina. U kunt tussen 5 en 128 regels invoeren.
Stel de standaard lettertypelocatie in.
Stel de ID in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken.
Stel de tekengrootte in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken. U kunt een waarde tussen 4 en 999,75 invoeren, in stappen van 0,25.
Stel het aantal tekens per inch in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken. U kunt een waarde tussen 0,44 en 99,99 invoeren, in stappen van 0,01.
Geef de standaard lettertypetekenset op.
Selecteer het lettertype Nimbus Mono.
Selecteer om de breedte van het afdrukgebied voor A4-papier te vergroten waarbij er smalle zijmarges zijn.
Selecteer om een CR-code voor elke LF-code toe te voegen.
Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.
Voer instellingen in voor het PS-afdrukken.
Bepaal of er wel of geen time-outbeperking moet worden toegepast als het apparaat langer doet over het verwerken van een taak dan is opgegeven.
U past een time-outbeperking toe door Apparaatinstellingen gebruiken te selecteren en vervolgens de tijd op te geven die verstreken moet zijn (maximaal 999 seconden) voordat de time-out wordt toegepast. Als u "0" opgeeft, wordt er geen time-outbeperking toegepast.
Bepaal of er wel of geen time-outbeperking moet worden toegepast als het apparaat langer dan een opgegeven tijd op taakgegevens wacht.
U past een time-outbeperking toe door Apparaatinstellingen gebruiken te selecteren en vervolgens de tijd op te geven die verstreken moet zijn (maximaal 999 seconden) voordat de time-out wordt toegepast. Als u "0" opgeeft, wordt er geen time-outbeperking toegepast.
Selecteer de standaardmethode voor papierselectie.
Bepaal of u wilt doorgaan met dubbelzijdig afdrukken wanneer een specifieke opdracht wordt ingevoegd tussen de voor- en achterzijde van de dubbelzijdige taak tijdens de dubbelzijdige afdrukprocedure.
Selecteer de gegevensindeling.
Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.
Geef op of het apparaat automatisch de richting van de afbeelding (Staand/Liggend) moet detecteren van de taakgegevens die het ontvangt.
Om automatische detectie van richting in te schakelen, selecteert u Aan.
Voer instellingen in voor het XPS-afdrukken.
Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.
Geef instellingen op voor IPDS.
Wijs aan elke papierlade een IPDS-formulier toe.
Selecteer voor elke papierlade het formulier dat u daaraan wilt toewijzen.
Selecteer de emulatiemodus.
Selecteer de afdrukresolutie in punten per inch.
Geef de standaard codetabel op.
Geef de standaard FGID (Font Typeface Global Identifier) op die het interne standaardlettertype identificeert.
Selecteer de pitch (in tekens per inch) van het standaardlettertype.
Geef aan of controle van het afdrukbare gebied moet worden ingeschakeld.
Geef aan of rand-tot-rand afdrukken moet worden ingeschakeld.
Geef aan of lettertypevervanging moet worden ingeschakeld.
Geef op of Bron vastleggen moet worden ingeschakeld.
Geef de resolutie op die aan de host wordt gerapporteerd in de opdracht IPDS XOA-OPC voor ondersteuning van rastergecodeerde lettertypen en IM1-afbeeldingen.
Selecteer de verwerkingsmethode voor grafische tekenreeksen (grootte grafisch teken).
Geef het barcodeniveau op.
Selecteer de verwerkingsmethode voor kader tekenen.
Selecteer de kleursimulatie.
Geef aan of de tekstkleursimulatie moet worden ingeschakeld of niet.
Geef aan of de host op de hoogte moet worden gesteld van nietfouten.
Geef op of de host op de hoogte moet worden gesteld van perforeerfouten.
Geef instellingen op voor de functie lade in kaart brengen.
Wanneer u Automatisch selecteert, wordt de bron-ID van de standaard hostmedia automatisch geselecteerd voor de mediabron (invoerlade).
Wanneer u IPDS-lade selecteert, moet u handmatig de ID invoeren (tussen 0 en 254) die de host gebruikt voor de mediabron.
Selecteer de hoek van de nietpositie.
Geef aan of de uitvoer wordt verschoven (afgewisseld).
Aan - Standaardinstelling. De uitvoer wordt verschoven wanneer dat in de instellingen van de taak is opgegeven.
Uit - Uitvoer wordt niet verschoven, zelfs niet wanneer dat in de instellingen van de taak is opgegeven.
Selecteer het standaardaantal gaten dat moet worden gemaakt wanneer dat voor de perforeereenheid kan worden aangegeven (bijvoorbeeld twee of vier gaten).
VernieuwenKlik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
Klik hierop om de instellingen door te voeren.
Klik hierop om de instellingen te annuleren.