Basisinstellingen printer
Apparaatbeheer > Configuratie > Printer > Basisinstellingen printer

Gebruik deze pagina om de printerfunctie-instellingen te wijzigen.

Opmerking

Systeem

Instellingen invoeren voor de basisfuncties van het apparaat.

Afdrukfoutrapport

Selecteer deze om een foutrapport af te drukken als er een storing plaatsvindt tijdens het verwerken van gegevens.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL6- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.

Automatisch doorgaan

Selecteer de reactie van de printer als de betreffende papierlade die bij het, in de afdruktaak, gespecificeerde papierformaat en -type past, niet in de printer aanwezig is.

Uit

De printer stopt tot het juiste papier is geplaatst.

Direct, 1 minuut, 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten

Wanneer de opgegeven periode is verstreken, doet de printer het volgende:
Wanneer Automatisch Selecteren is opgegeven, controleert de printer de laden op volgorde van papierladeprioriteit, Lade 1, Lade 2, Lade 3 en de Handinvoer of er papier is geplaatst. Als de printer een lade met papier waarneemt, begint deze met afdrukken.
Als Automatisch selecteren niet is gespecificeerd en de papierlade wordt bepaald door de taak, begint de printer met afdrukken met die lade ongeacht het formaat of het type papier dat in de lade zit. Als de gespecificeerde lade geen papier bevat, stopt de printer tot het juiste papier is geplaatst.

Geheugenoverloop

Selecteer de reactie van de printer als de taak te groot is.

Niet afdrukken

Reset de taak op de foutenpagina. Pagina's volgend op de foutenpagina worden niet afgedrukt.

Foutinformatie

Voor de foutenpagina worden de taakgegevens voor de storing verwerkt en afgedrukt. Volgende pagina's worden normaal afgedrukt en het foutenblad wordt aan het einde afgedrukt. Als dit gebeurt, wordt de elektronische sortering geannuleerd.

Instelling foutenweergave

Selecteer de indeling van foutmeldingen die op het bedieningspaneel van het apparaat verschijnen wanneer er zich een fout voordoet tijdens het verwerken van afdrukgegevens.

Alleen belangrijke

Geeft eenvoudige informatie over de fout weer.

Alles

Geeft gedetailleerde informatie over de fout weer.

Afdruktaken met fouten automatisch annuleren

Bepaal of de afdruktaak waarbij de afdrukfout is opgetreden moet worden gereset en of de taken die voor de fout zijn ontvangen, moeten worden gereset.

Tijdelijke afdruktaken automatisch verwijderen

Bepaal of Beveiligde afdruk-, Testafdruk- en Uitgestelde afdruktaken die op het apparaat zijn opgeslagen automatisch moeten worden verwijderd.
Als Aan geselecteerd is, voert u een tijd in waarop taken die op het apparaat zijn opgeslagen worden verwijderd. Voer een waarde tussen 1 en 200 uur in.

Opgeslagen afdruktaken automatisch verwijderen

Bepaal of opgeslagen afdruktaken op het apparaat automatisch moeten worden verwijderd.
Als Aan geselecteerd is, voert u een tijd in waarop taken die op het apparaat zijn opgeslagen worden verwijderd. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 180 (dagen).

180 graden roteren

Geef aan of afbeeldingen 180 graden moeten worden gedraaid voordat ze worden afgedrukt.

Gecomprimeerde gegevens afdrukken

Bepaal of u inkomende gecomprimeerde taakgegevens wilt afdrukken nadat deze zijn gedecomprimeerd op de printer.

Opmerking

Geheugengebruik

Selecteer de gewenste prioriteit voor het geheugengebruik.
Selecteer een optie aan de hand van het papierformaat, de afdrukresolutie en de gebruikte printertaal.

Lettertypevoorkeur

Deze instelling gebruikt het geheugen voor het opslaan van lettertypes en buitenlandse tekens.

Kadervoorkeur

Deze instelling gebruikt het geheugen voor het afdrukken op hoge snelheid.

Duplex

Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken en selecteer vervolgens de inbindrichting.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.

Kopieën

Voer het standaardaantal kopieën in. Beschikbare waardes liggen tussen 1 en 999.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.

Blanco pagina afdrukken

Geef aan of blanco pagina's moeten worden afgedrukt.

Toner besparen

Selecteer deze optie als u toner wilt besparen.
Als Aan is geselecteerd, wordt er een bepaald aantal punten uit zwarte gebieden verwijderd.

Printertaal

Selecteer de printertaal die moet worden gebruikt.
Als Automatisch is geselecteerd, kiest de printer automatisch een taal uit de beschikbare printertalen aan de hand van de taakinstellingen.

Subpapierformaat

Geef op of het papierformaat automatisch wisselt wanneer papier van het opgegeven formaat niet in de lade is geplaatst. Deze functie ondersteunt alleen automatisch wisselen tussen paper van A4- en Letter-formaat (8 ½  x  11).

Opmerking

Paginaformaat

Selecteer het standaard papierformaat.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-printerstuurprogramma gebruikt.

Briefhoofdinstelling

Selecteer om het briefhoofd af te drukken.

Uit

Er wordt geen briefhoofd afgedrukt.

Automatische detectie

Voer alleen het afdrukken van het briefhoofd uit als briefpapier is geselecteerd.

Aan (Altijd)

Druk altijd een briefhoofd af.

Lade-instelling prioriteit

Als u de invoerladen gebruikt, geef dan aan of de papierinstellingen van het apparaat of de papierinstellingen van de taak voorrang hebben.

Opmerking

Driver/Opdracht

Taken worden afgedrukt met de papierinstellingen (zoals papierformaat en papiertype) van de taak.

Apparaatinstellingen

Taken worden afgedrukt met de papierinstellingen (zoals papierformaat en papiertype) van het apparaat.

Apparaatinstellingen: Elk type

Zelfs als de papierinstellingen niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, vindt geen papierovereenkomstfout plaats en worden taken afgedrukt vanuit de handinvoer.

Elk formaat/type

Zelfs als de papierinstellingen (zoals het papierformaat en -type) die voor de taak zijn geconfigureerd, niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, treedt er geen fout op bij de papierinvoer en worden taken vanuit de handinvoer afgedrukt.

Elk aangepast formaat/type

Deze instelling wordt alleen toegepast als het papierformaat dat voor de taak is geconfigureerd een aangepast formaat heeft. Zelfs als de papierinstellingen (zoals papierformaat en -type) niet overeenkomen met het papier dat in de laden is geplaatst, treedt er geen fout op bij papierinvoer en worden taken afgedrukt vanuit de handinvoer.

Afdruk zonder marges

Selecteer om het hele blad te gebruiken om af te drukken, zonder kaderranden.
Als Aan wordt geselecteerd, worden er geen randen afgedrukt.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.

Standaard printertaal

Selecteer de standaard printertaal die moet worden geactiveerd als de printer wordt ingeschakeld.

Lade wisselen

Geef aan of moet worden overgeschakeld naar de alternatieve lade als het papierformaat of papiertype dat in de taakgegevens is opgenomen niet overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
Deze instelling is beschikbaar wanneer u een PCL-, XPS- of PS3-printerstuurprogramma gebruikt of wanneer u PDF-afdrukken selecteert.

Aan

De taak wordt uitgevoerd in de papierlade waarin het juiste papier is geplaatst, indien aanwezig.

Uit

Niet overschakelen. Uitvoering van de taak zal een fout opleveren.

Proefafdruklijst afdrukken stoppen

Geef aan of testafdruk moet worden uitgeschakeld.
Als u Aan selecteert, kan de printer geen testpagina's afdrukken, zelfs als de printer het commando testafdruk ontvangt.

Uitgebreide ladewisseling

Bepaal of het apparaat automatisch op een andere lade moet overgaan die papier bevat van het vereiste formaat, de vereiste afdrukrichting en het vereiste type wanneer het papier in de opgegeven lade opraakt tijdens een taak.

Virtuele printer

Geef aan of de virtuele printerfunctie moet worden in- of uitgeschakeld.

Opmerking

Host-interface

Terug naar boven

Configureer hier de netwerkgerelateerde instellingen.

I/O-buffer

Stel de grootte van het geheugen van de I/O-buffer in.

Opmerking

I/O-timeout

Stel het aantal seconden in dat de printer wacht voor het afronden van een afdruktaak als er geen gegevens meer worden ontvangen door de parallelle interface of USB. Als de aangegeven tijd is verstreken, is ontvangst van gegevens door andere interfaces mogelijk.

Opmerking

PCL-menu

Terug naar boven

Voer instellingen in voor het PCL-afdrukken.

Opmerking

Richting

Selecteer de pagina afdrukrichting.

Regels per pagina

Selecteer het aantal regels per pagina. U kunt tussen 5 en 128 regels invoeren.

Lettertypebron

Stel de standaard lettertypelocatie in.

Lettertypenummer

Stel de ID in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken.

Tekengrootte

Stel de tekengrootte in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken. U kunt een waarde tussen 4 en 999,75 invoeren, in stappen van 0,25.

Tekenbreedte lettertype

Stel het aantal tekens per inch in voor het standaardlettertype dat u wilt gebruiken. U kunt een waarde tussen 0,44 en 99,99 invoeren, in stappen van 0,01.

Symbolenset

Geef de standaard lettertypetekenset op.

Lettertype Nimbus Mono

Selecteer het lettertype Nimbus Mono.

Vergroot A4-breedte

Selecteer om de breedte van het afdrukgebied voor A4-papier te vergroten waarbij er smalle zijmarges zijn.

Van CR naar LF

Selecteer om een CR-code voor elke LF-code toe te voegen.

Resolutie

Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.

PS-menu

Terug naar boven

Voer instellingen in voor het PS-afdrukken.

Taak time-out

Bepaal of er wel of geen time-outbeperking moet worden toegepast als het apparaat langer doet over het verwerken van een taak dan is opgegeven.
U past een time-outbeperking toe door Apparaatinstellingen gebruiken te selecteren en vervolgens de tijd op te geven die verstreken moet zijn (maximaal 999 seconden) voordat de time-out wordt toegepast. Als u "0" opgeeft, wordt er geen time-outbeperking toegepast.

Wacht time-out

Bepaal of er wel of geen time-outbeperking moet worden toegepast als het apparaat langer dan een opgegeven tijd op taakgegevens wacht.
U past een time-outbeperking toe door Apparaatinstellingen gebruiken te selecteren en vervolgens de tijd op te geven die verstreken moet zijn (maximaal 999 seconden) voordat de time-out wordt toegepast. Als u "0" opgeeft, wordt er geen time-outbeperking toegepast.

Papierselectiemethode

Selecteer de standaardmethode voor papierselectie.

Wisselen tussen enkel- en dubbelzijdige afdrukfuncties

Bepaal of u wilt doorgaan met dubbelzijdig afdrukken wanneer een specifieke opdracht wordt ingevoegd tussen de voor- en achterzijde van de dubbelzijdige taak tijdens de dubbelzijdige afdrukprocedure.

Gegevensindeling

Selecteer de gegevensindeling.

Resolutie

Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.

Richting van automatische detectie

Geef op of het apparaat automatisch de richting van de afbeelding (Staand/Liggend) moet detecteren van de taakgegevens die het ontvangt.
Om automatische detectie van richting in te schakelen, selecteert u Aan.

XPS-menu

Terug naar boven

Voer instellingen in voor het XPS-afdrukken.

Resolutie

Stel de afdrukresolutie in in punten per inch.

IPDS-menu

Terug naar boven

Geef instellingen op voor IPDS.

Formulierlade

Wijs aan elke papierlade een IPDS-formulier toe.
Selecteer voor elke papierlade het formulier dat u daaraan wilt toewijzen.

Emulatiemodus

Selecteer de emulatiemodus.

Afdrukmodus

Selecteer de afdrukresolutie in punten per inch.

Standaard codetabel

Geef de standaard codetabel op.

Standaard FGID

Geef de standaard FGID (Font Typeface Global Identifier) op die het interne standaardlettertype identificeert.

Aantal tekens per inch

Selecteer de pitch (in tekens per inch) van het standaardlettertype.

Controle afdrukbaar gebied

Geef aan of controle van het afdrukbare gebied moet worden ingeschakeld.

Rand tot rand

Geef aan of rand-tot-rand afdrukken moet worden ingeschakeld.

Lettertypevervanging

Geef aan of lettertypevervanging moet worden ingeschakeld.

Bron vastleggen

Geef op of Bron vastleggen moet worden ingeschakeld.

Resolutie

Geef de resolutie op die aan de host wordt gerapporteerd in de opdracht IPDS XOA-OPC voor ondersteuning van rastergecodeerde lettertypen en IM1-afbeeldingen.

Grafische tekenreeks

Selecteer de verwerkingsmethode voor grafische tekenreeksen (grootte grafisch teken).

Barcode

Geef het barcodeniveau op.

Kader tekenen

Selecteer de verwerkingsmethode voor kader tekenen.

Kleursimulatie

Selecteer de kleursimulatie.

Tekstkleursimulatie

Geef aan of de tekstkleursimulatie moet worden ingeschakeld of niet.

NACKS nietjesteller onderdrukken

Geef aan of de host op de hoogte moet worden gesteld van nietfouten.

NACKS perforator onderdrukken

Geef op of de host op de hoogte moet worden gesteld van perforeerfouten.

Lade in kaart brengen

Geef instellingen op voor de functie lade in kaart brengen.
Wanneer u Automatisch selecteert, wordt de bron-ID van de standaard hostmedia automatisch geselecteerd voor de mediabron (invoerlade).
Wanneer u IPDS-lade selecteert, moet u handmatig de ID invoeren (tussen 0 en 254) die de host gebruikt voor de mediabron.

Hoek nietpositie

Selecteer de hoek van de nietpositie.

Offset

Geef aan of de uitvoer wordt verschoven (afgewisseld).
Aan - Standaardinstelling. De uitvoer wordt verschoven wanneer dat in de instellingen van de taak is opgegeven.
Uit - Uitvoer wordt niet verschoven, zelfs niet wanneer dat in de instellingen van de taak is opgegeven.

Standaard perforeerpatroon

Selecteer het standaardaantal gaten dat moet worden gemaakt wanneer dat voor de perforeereenheid kan worden aangegeven (bijvoorbeeld twee of vier gaten).

Knoppen

Terug naar boven

Vernieuwen

Klik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.

Opmerking

OK

Klik hierop om de instellingen door te voeren.

Annuleren

Klik hierop om de instellingen te annuleren.

 

Terug naar boven