Gebruikersverificatiebeheer
Apparaatbeheer > Configuratie > Apparaatinstellingen > Gebruikersverificatiebeheer

Geef aan of gebruikers moeten worden geverifieerd voor ze het apparaat kunnen gebruiken. Indien dit het geval is, selecteert u de verificatiemethode en voert u de vereiste instellingen uit.

Opmerking

Gebruikersverificatiebeheer

Geef aan of gebruikersverificatie moet worden uitgevoerd, en als dit het geval is, selecteert u de verificatiemethode.
Als u de gewenste verificatiemethode selecteert, verschijnen de bijbehorende instelmogelijkheden.

Opmerking

Uit

Gebruikersverificatie wordt niet uitgevoerd en het beheer van de gebruikerscode (waarmee functies worden beperkt of het totaal aantal pagina's wordt geteld op basis van de gebruikerscode) is uitgeschakeld.

Gebruikerscode

Gebruikersverificatie wordt niet uitgevoerd maar het beheer van de gebruikerscode (waarmee functies worden beperkt of het totaal aantal pagina's wordt geteld op basis van de gebruikerscode) is ingeschakeld.

Basisverificatie

Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd op basis van de adresboekgegevens die opgeslagen zijn in het apparaat.

Windows-verificatie

Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd op basis van een domeincontroller in Windows directory services (zoals actieve directory).

LDAP-verificatie

Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd met behulp van de LDAP-server.


Informatie over de instelitems van Gebruikerscode
Informatie over de instelitems van Basisverificatie
Informatie over de instelitems van Windows-verificatie
Informatie over de instelitems van LDAP-verificatie

Knoppen

Terug naar boven

Vernieuwen

Klik hierop om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.

Opmerking

OK

Klik hierop om de instellingen door te voeren.

Annuleren

Klik hierop om de instellingen te annuleren.

 

Terug naar boven