Door een gedeelde map in het netwerk te maken, kunt u een bestand dat met de scannerfunctie is ingescand overdragen naar deze map.
Selecteer het protocol voor de bestandsoverdracht.
Voer het gebruikte poortnummer voor de bestandsoverdracht met behulp van FTP in. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 65535. De standaardinstelling is 21.
Voer de naam in van de verbonden server die gebruikt wordt voor bestandsoverdracht via FTP. U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
Voer het pad van de gedeelde map in. U kunt maximaal 256 tekens invoeren.
Opmerking
Voer de naam in van een gebruiker die schrijfrechten heeft voor de gedeelde map. Wanneer u FTP gebruikt, kunt u maximaal 64 alfanumerieke tekens invoeren. Wanneer u SMB gebruikt, kunt u maximaal 64 tekens invoeren.
Geef aan of u het wachtwoord al dan niet wilt wijzigen.
Voer het wachtwoord in van de in het vak Log-in gebruikersnaam ingevoerde gebruiker. U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens invoeren.
Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging.
Het hier ingevoerde wachtwoord moet hetzelfde zijn als het wachtwoord dat eerder werd ingevoerd in Log-in wachtwoord. Als dat niet het geval is, dan kan het wachtwoord niet worden gewijzigd.
Klik hierop om naar de vorige pagina terug te keren.
Klik hierop om de instellingen op te slaan en naar de volgende pagina te gaan.
Klik hierop om terug te gaan naar de pagina Adreslijst (alle items weergeven).