Toegangscontrole
Apparaatbeheer > Configuratie > Beveiliging > Toegangscontrole

Geef de computers op die toegang hebben tot het apparaat (voor afdrukaanvragen, pagina weergeven, etc.).

Opmerking

IPv4

Naar de bovenkant van de pagina

Geef de volgende instellingen op als u IPv4 wilt gebruiken:

Toegangscontrole bereik 1 t/m Toegangscontrole bereik 5

Voer het IPv4-adresbereik in van de computers die toegang hebben tot het apparaat.
U kunt maximaal vijf sets met bereiken invoeren. Toegang vanaf adressen die niet in deze reeksen zijn opgenomen, is verboden.
Als u minder dan vijf sets opgeeft, moet u de ongespecificeerde bereiken instellen op [0.0.0.0]-[0.0.0.0].
U moet alle bereiken instellen op [0.0.0.0]-[0.0.0.0] als u toegang vanaf alle computers wilt toestaan.

IPv6

Naar de bovenkant van de pagina

Geef de volgende instellingen op als u IPv6 wilt gebruiken.

Toegangscontrole bereik 1 t/m Toegangscontrole bereik 5

Voer het IPv6-adresbereik in van de computers die toegang hebben tot het apparaat; gebruik hiervoor het IP-adresbereik of een combinatie van basisadres en masker.
U kunt maximaal vijf verschillende bereiken of prefixen opgeven. Toegang vanaf adressen die niet in deze bereiken of prefixen zijn opgenomen, is niet toegestaan.
Als u een bereik wilt opgeven, selecteert u Mask, geeft u het basisadres op en typt u in het vak Mask lengte een getal tussen 1 en 128 voor het maskerbereik.
Als u minder dan vijf verschillende bereiken of prefixen opgeeft, moet u de niet-gespecificeerde bereiken instellen op [::]- [::].
Als u toegang vanaf alle computers wilt toestaan, moet u alle bereiken instellen op [::]- [::].

Opmerking

Knoppen

Naar de bovenkant van de pagina

Vernieuwen

Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.

Opmerking

OK

Klik hier om de instellingen door te voeren.

Annuleren

Klik hier om de instellingen te annuleren.

 

Naar de bovenkant van de pagina