Selecteer of Gebruikers moeten worden geverifieerd voor ze het apparaat kunnen gebruiken. Indien dit het geval is, selecteert u de verificatiemethode en voert u de vereiste instellingen uit.
Opmerking
- Op de pagina Gebruikerverificatiebeheer vind u instellingen voor gebruikerverificatie.
Als een gebruiker zich via de webbrowser als beheerder aanmeldt bij het apparaat, blijft de gebruiker geverifieerd via de beheerdergegevens die opgeslagen zijn in het apparaat. U kunt de instellingen voor de inloggegevens van de beheerder configureren op de pagina Apparaatbeheer: Configuratie: Apparaatinstellingen: Beheerder Programmeren/Wijzigen.
Om op te geven of de beheerder moet worden geverifieerd voor instellingen worden uitgevoerd op het bedieningspaneel van het apparaat, gebruikt u de pagina Configuratie: Apparaatinstellingen: Beheerdersverificatie management.
- De instellingen op deze pagina kunnen worden gewijzigd door de volgende beheerders en gebruikers:
- Apparaatbeheerder
- Ingelogde gebruikers
Gebruikersverificatie is ingeschakeld op het apparaat en de gebruikers hebben toestemming om wijzigingen aan te brengen in de instelparameters van de beheerder.
Gebruikerverificatiebeheer
Selecteer of gebruikerverificatie wordt uitgevoerd, en als dit het geval is, selecteert u de verificatiemethode.
Als u de gewenste verificatiemethode selecteert, verschijnen de bijbehorende instelmogelijkheden.
Opmerking
- Als u Basisverificatie, Windows verificatie, LDAP verificatie of Integratieserver verificatie wilt inschakelen, moet Aan geselecteerd zijn bij Gebruikerverificatiebeheer op de pagina Configuratie: Apparaatinstellingen: Gebruikerverificatiebeheer.
Uit
Gebruikerverificatie wordt niet uitgevoerd en het beheer van de gebruikerscode (waarmee functies worden beperkt of het totaal aantal pagina's wordt geteld op basis van de gebruikerscode) is uitgeschakeld.
Gebruikerscode
Gebruikerverificatie wordt niet uitgevoerd maar het beheer van de gebruikerscode (waarmee functies worden beperkt of het totaal aantal pagina's wordt geteld op basis van de gebruikerscode) is ingeschakeld.
Basisverificatie
Gebruikerverificatie wordt uitgevoerd op basis van de adresboekgegevens die opgeslagen zijn in het apparaat.
Windows verificatie
Gebruikerverificatie wordt uitgevoerd op basis van een domeincontroller in Windows directory services (zoals actieve directory).
LDAP Verificatie
Gebruikerverificatie wordt uitgevoerd met behulp van de LDAP-server.
Integratieserver verificatie
Gebruikerverificatie wordt uitgevoerd met behulp van de integratieserver.
Informatie over de instelitems van Gebruikerscode Informatie over de instelitems van Basisverificatie Informatie over de instelitems van Windows verificatie Informatie over de instelitems van LDAP verificatie Informatie over de instelitems van Integratieserver verificatie
Knoppen
Vernieuwen
Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
- Voordat u de instellingen invoert, klikt u op Vernieuwen om de huidige status van het apparaat op te vragen.
OK
Klik hier om de instellingen door te voeren.
Annuleren
Klik hier om de instellingen te annuleren.