Voer instellingen in die zijn gerelateerd aan AppleTalk.
Opmerking
Geef aan of u AppleTalk voor de interfacekaart op "Actief" of "Inactief" wilt instellen.
Geeft het netwerknummer voor AppleTalk weer. Dit nummer wordt automatisch toegewezen.
Voer met maximaal 32 tekens de naam in van de printer die op Kiezer moet worden weergegeven. Symbolen als "*",":", "=", "@" en tekens die gelijk zijn aan "0xc5" in ASCII-code kunnen niet worden gebruikt.
De naam van de printer die momenteel wordt weergegeven op de actieve Macintosh Kiezer verschijnt tussen haakjes. Gewoonlijk is dit de naam die in het vak [Geselecteerde printernaam] wordt opgegeven, maar als meerdere apparaten met dezelfde naam zijn geconfigureerd, kan deze afwijken.
De printernaam wordt niet weergegeven als de PostScript-unit niet op de printer is geïnstalleerd.
Geeft het algemene type van de printer weer.
Voer de naam in van de zone waartoe de interfacekaart behoort. Voer "*" in om de standaardzone op te geven. De naam moet met maximaal 32 tekens worden ingevoerd.
De naam van de zone waar de actieve interfacekaart momenteel toe behoort, verschijnt tussen haakjes.
Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
Klik hier om de instellingen door te voeren.
Klik hier om de instellingen te annuleren.