Geef basis- en ontvangstinstellingen op voor de faxfunctie.
Opmerking
Voer de naam van de afzender in die u wilt afdrukken op het faxbericht. U kunt maximaal 32 tekens invoeren.
Voer de informatie in die u wilt versturen naar de andere partij indien u een fax verzendt of ontvangt via G3-lijn. U kunt maximaal 20 tekens invoeren (alleen hoofdletters).
Normaliter zou dat inclusief uw eigen naam zijn. Uw eigen naam verschijnt op het display van de andere partij en wordt op het rapport afgedrukt.
Opmerking
Voer het faxnummer in dat u wilt versturen naar de andere partij indien u een fax verzendt of ontvangt via een G3-lijn. U kunt maximaal 20 tekens invoeren, bestaande uit cijfers en symbolen (+ en spaties).
Het faxnummer verschijnt op het display van de andere partij en wordt op het rapport afgedrukt.
Opmerking
Selecteer de ontvangstmodus bij het gebruik van een standaard G3-lijn.
Opmerking
Als een oproep binnenkomt, wordt het door het apparaat automatisch beschouwd als een faxbericht. Gebruik deze instelling voor faxlijnen. Als het een gesprek betreft, moet u handmatig overschakelen naar de telefoonmodus.
Als een oproep binnenkomt, rinkelt het apparaat. Als het een fax betreft, moet u handmatig overschakelen naar de faxmodus.
Als een oproep binnenkomt, fax of gesprek, schakelt het apparaat automatisch over naar de faxmodus nadat het apparaat een opgegeven aantal keren is overgegaan.
Het aantal keren dat het apparaat moet overgaan, kan worden ingesteld in het venster [Aantal keer overgaan (Automatisch wisselen)].
Selecteer het aantal keren overgaan waneer [Automatisch wisselen] is geselecteerd voor [Wisselen van Ontvangstmodus]. Voer een nummer in tussen 1 en 29. De standaardwaarde is 8.
Geef aan of ontvangen faxgegevens 2-zijdig afgedrukt dienen te worden.
Opmerking
Geef aan of een geruit merkteken moet worden afgedrukt op de eerste pagina van faxberichten zodat u meerdere taken kunt scheiden.
Geef aan of een centreerteken moet worden afgedrukt op faxberichten, lijsten en rapporten. Het centreerteken kan in het midden van de linkerrand of in het midden van de bovenrand van het papier worden afgedrukt.
Geef aan of de ontvangsttijd op faxberichten moet worden afgedrukt. Deze wordt bij de onderrand van het papier afgedrukt.
Selecteer een papierlade om via de fax ontvangen gegevens af te drukken.
Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
Klik hier om de instellingen door te voeren.
Klik hier om de instellingen te annuleren.