IEEE 802.1X (WPA/WPA2)
Configuratie > Beveiliging > IEEE 802.1X (WPA/WPA2)

Geef instellingen op voor informatie die nodig is voor WPA-verificatie.
Deze pagina verschijnt wanneer [Actief] is gekozen voor [Ethernet beveiliging] op de [Interface instellingen] pagina.

Opmerking

Gebruikersnaam

Geef de gebruikersnaam op die voor het EAP (Extensible Authentication Protocol) wordt gebruikt. U kunt maximaal 31 alfanumerieke tekens invoeren.
EAP is het verificatieprotocol dat voor WPA/WPA2-verificatie wordt gebruikt.

Domeinnaam

Geef de domeinnaam (een FQDN (Fully Qualified Domain Name) of NetBIOS-naam) op voor de Radius-serververificatie. U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens invoeren. Denk eraan dat domeinnamen geen apenstaartjes (@) of backslashes (\) mogen bevatten.

EAP Type

Selecteer het EAP-verificatietype.

Status IEEE 802.1X Client certificaat

Geeft de status van het apparaatcertificaat weer dat bij [Certificaat] op de pagina [Apparaatcertificaat] is opgegeven voor de Wireless LAN-verbinding.

Wachtwoord

Als [EAP Type] is ingesteld op "LEAP", "EAP-TTLS" of "PEAP", klikt u op [Wijzigen] om een wachtwoord in te stellen.

Voor details over de pagina [Wachtwoord wijzigen]

Opmerking

Fase 2 Gebruikersnaam

Als [EAP Type] is ingesteld op "EAP-TTLS" of "PEAP", klikt u op [Wijzigen] om een gebruikersnaam op te geven die voor fase 2 wordt gebruikt.

Informatie over de pagina [Fase 2 Gebruikersnaam wijzigen]

Fase 2 Methode (EAP-TTLS)

Als [EAP Type] is ingesteld op "EAP-TTLS", selecteert u de fase 2-methode.

Fase 2 Methode (PEAP)

Als [EAP Type] is ingesteld op "PEAP", selecteert u de fase 2-methode.

Servercertificaat verifiëren

Als [EAP Type] is ingesteld op iets anders dan "LEAP", dan moet u aangeven of verificatie voor de verificatieserver moet worden in- of uitgeschakeld.

Betrouwbare tussenliggende Certificaatautoriteit

Als [EAP Type] is ingesteld op iets anders dan "LEAP", dan moet u aangeven of het certificaat dat door de tussenliggende Cetificaat Authoriteit is getekend, kan worden vertrouwd.

Opmerking

Server ID

Als [EAP Type] is ingesteld op iets anders dan "LEAP", dan voert u de ID van de verificatieserver in (maximaal 128 alfanumerieke tekens).

Opmerking

Subdomein toestaan

Geef aan of verificatie moet worden ingeschakeld zelfs wanneer de naam van het subdomein verschilt.
Wanneer u bijvoorbeeld [Aan] selecteert, worden de domeinen "a.jp.xyz2.com" en "a.uk.xyz2.com" beide geverifieerd.

Opmerking

Knoppen

Naar boven

[Vernieuwen]

Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.

Opmerking

[OK]

Klik hier om de instellingen door te voeren.

[Annuleren]

Klik hier om de instellingen te annuleren.

 

Naar boven