Voer de benodigde instellingen in voor het versturen en ontvangen van e-mail.
Opmerking
Voer met maximaal 128 tekens het e-mailadres van de netwerkbeheerder in. E-mailmelding werkt niet als het item niet is opgegeven.
Opmerking
Selecteer of er e-mail kan worden ontvangen, en zo ja, selecteer het protocol dat voor e-mailontvangst moet worden gebruikt. De standaardinstelling is [POP3].
Selecteer of de e-mailontvangstserver met een specifiek interval moet worden opgevraagd om nieuwe e-mail te ontvangen. Wanneer [Aan] geselecteerd is, voert u de pollinginterval in het onderstaande vak in. U kunt een waarde invoeren tussen 2 en 1440 (min.). De standaardwaarde is 15.
Opmerking
Voer de maximum grootte van de binnenkomende e-mail in. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 50 (MB). De standaardwaarde is 2.
Selecteer of e-mails op de server moeten blijven na ontvangst. Wanneer [Alleen fouten] geselecteerd is, worden alleen e-mails na een ontvangstfout op de server gelaten. De standaardwaarde is [Uit].
Voer met maximaal 127 tekens het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server in.
Opmerking
Voer het poortnummer in dat wordt gebruikt voor het versturen van e-mail naar de SMTP-server. Voer een waarde in tussen 1 en 65535. De standaardwaarde is 25.
Selecteer of bij de SMTP-server moet worden aangemeld met behulp van SMTP AUTH wanneer er een e-mail wordt verzonden. De standaardwaarde is [Uit].
Voer het e-mailadres in dat wordt gebruikt als [Wachtwoord SMTP Verificatie] op "Aan" is ingesteld (maximaal 128 alfanumerieke tekens).
Voer de SMTP-accountnaam in die gebruikt wordt wanneer [SMTP Verificatie] ingesteld is op [Aan]. U geeft de realmID op door de gebruikersnaam voor SMTP-verificatie in te voeren, gevolgd door "@realmID", waarbij u maximaal 191 tekens van één byte (of 95 tekens van twee bytes) kunt gebruiken.
Om het wachtwoord voor SMTP AUTH in te stellen of te wijzigen, klikt u op [ Wijzigen]. Wanneer de pagina [Wachtwoord SMTP Verificatie wijzigen] verschijnt, voert u het te gebruiken wachtwoord in.
Voor details over de pagina [Wachtwoord SMTP Verificatie wijzigen]Wanneer [SMTP Verificatie] ingesteld is op [Aan], selecteert u of het wachtwoord moet worden gecodeerd of niet. Codering vindt automatisch plaats volgens de SMTP-serverinstelling wanneer [Automatisch selecteren] geselecteerd is. De standaardwaarde is [Automatisch selecteren].
Selecteer of er moet worden aangemeld bij de POP3-server voordat er e-mail wordt verzonden. De standaardwaarde is [Uit].
Voer het e-mailadres in dat wordt gebruikt als [POP voor SMTP] ingesteld is op [Aan] (maximaal 128 alfanumerieke tekens).
Voer de POP-accountnaam in die wordt gebruikt wanneer [POP voor SMTP] ingesteld is op [Aan]. Gebruik maximaal 191 alfanumerieke tekens.
Om het POP wachtwoord in te stellen of te wijzigen, klikt u op [Wijzigen]. Wanneer de pagina [POP-wachtwoord wijzigen] verschijnt, voert u het te gebruiken wachtwoord in.
Voor details over de pagina [POP-wachtwoord wijzigen]Wanneer [POP voor SMTP] ingesteld is op [Aan], voert u de tijd in die beschikbaar is vóór het tot stand brengen van een verbinding met de SMTP-server nadat bij de POP-server is aangemeld.
Het invoerbereik is 0 t/m 10000 milliseconden. De standaardwaarde is 300.
Voer het IP-adres of de hostnaam van de e-mailontvangstserver in. Geef de POP3- of IMAP4-server op overeenkomstig het protocol dat geselecteerd is in de lijst [Ontvangstprotocol]. Gebruik maximaal 127 alfanumerieke tekens.
Opmerking
Selecteer of het wachtwoord moet worden gecodeerd of niet wanneer bij de e-mailontvangstserver wordt aangemeld. Codering vindt automatisch plaats volgens de serverinstelling (POP3 of IMAP4) wanneer [Automatisch selecteren] geselecteerd is. De standaardwaarde is [Automatisch selecteren].
Voer het poortnummer in voor het openen van de POP3-server. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 65535. De standaardwaarde is 110.
Voer het poortnummer in voor het openen van de IMAP4-server. U kunt een waarde invoeren tussen 1 en 65535. De standaardwaarde is 143.
[E-mailaccount faxen] wordt alleen weergegeven als het apparaat de faxfunctie ondersteunt.
Voer het adres van het apparaat in om internetfaxen te ontvangen. U kunt maximaal 128 alfanumerieke tekens invoeren.
Opmerking
Instellen of de functie Fax E-mail ontvangen moet worden gebruikt.
Voer de gebruikersnaam in om internetfaxen te verzenden of te ontvangen. U kunt maximaal 191 tekens invoeren.
Opmerking
Voer het wachtwoord in om internetfaxen te verzenden of te ontvangen. U kunt maximaal 128 tekens invoeren.
Informatie over de pagina [Wijzig fax E-mailwachtwoord]Voer met maximaal 128 tekens het e-mailadres van het apparaat in.
Dit adres moet worden ingevoerd, zodat de gebruikers de afzender van de e-mail kunnen identificeren.
Opmerking
Geef aan of u de functie E-mail ontvangstmelding wilt gebruiken. Als u [Aan] selecteert, worden antwoorden verzonden op e-mailverzoeken die worden ontvangen van gebruikers. De standaardinstelling is [Uit]: er wordt geen antwoord verzonden op e-mailverzoeken die worden ontvangen van gebruikers.
Voer de naam van de beheerder in als verzender van de e-mailmelding (maximaal 191 alfanumerieke tekens).
Opmerking
Stel het wachtwoord voor e-mailmelding in of wijzig het door te klikken op [Wijzigen]. Als de pagina [Wijzig wachtwoord E-mailmelding ] verschijnt, voert u het gewenste wachtwoord in.
Voor details over de pagina [Wijzig wachtwoord E-mailmelding]Klik hier om de momenteel weergegeven informatie bij te werken.
Opmerking
Klik hier om de instellingen door te voeren.
Klik hier om de instellingen te annuleren.