Over Web Image Monitor

Met Web Image Monitor kunt u via een webbrowser de status van machines controleren, taken beheren en instellingen wijzigen.
De volgende webbrowsers worden aanbevolen:

Windows:

  • Microsoft Internet Explorer 5.5 SP2 of een latere versie
  • FireFox 1.0 of een latere versie

Macintosh:

  • FireFox 1.0 of een latere versie
  • Safari 1.0, 1.2, 2.0 (412.2) of een latere versie (behalve Safari 2.0 met Mac OS X v10.4.1)

Opmerking

Web Image Monitor ondersteunt schermlezertoepassingen.
We raden u aan JAWS 7.0 of hoger te gebruiken.

Opmerking

Wat u met Web Image Monitor kunt doen

Web Image Monitor kan worden gebruikt om externe apparaten te openen via het netwerk. Via een standaard webbrowser kunt u de status van het apparaat bewaken en de configuratie instellen of wijzigen.
De Web Image Monitor kan worden gebruikt voor:

  • Apparaatinstellingen en -status instellen en weergeven
  • Taakstatus en -historie controleren
  • Het Adresboek beheren
  • Apparaatinstellingen wijzigen

Opmerking

  • Het wordt aanbevolen de ontvangen faxbestanden periodiek te controleren en te downloaden. Wanneer tijdens het opslaan van bestanden een bepaalde opslagcapaciteit wordt bereikt, worden bestanden automatisch in volgorde afgedrukt, beginnend met de oudste bestanden. Vervolgens worden bestanden verwijderd uit de lijst met ontvangen faxbestanden.

Basisfuncties van Web Image Monitor

Naar boven

  1. Klik in het menugebied aan de linkerkant op een menuoptie van de functie waarover u meer wilt weten.
    De pagina voor de geselecteerde menuoptie wordt weergegeven in het werkgebied aan de rechterkant.

    Opmerking

    • Als u klikt op [Taak] of [Configuratie], wordt aan de rechterkant een lijst met submenuopties weergegeven. Hierin kunt u een pagina selecteren.
  2. Met de weergegeven pagina kunt u de apparaat- en taakstatus controleren en vervolgens de instellingen invoeren.

Kopgebied

Naar boven

Het gebied bovenaan de pagina Web Image Monitor wordt het kopgebied genoemd.
Hier verschijnen altijd dezelfde knoppen, ongeacht welke pagina tijdens de bewerking wordt weergegeven. De volgende items verschijnen in het kopgebied.

Modelnaam van het apparaat

Aan de linkerkant van het kopgebied verschijnt de modelnaam van het momenteel aangesloten apparaat.

 Knop [Om pagina te linken]

Klik hier om een venster te openen met een lijst met URL-namen voor toegang tot verschillende Webpagina's.

Voor details over Linkpagina

 Knop [Zoeken op trefwoord]

Klik hier om de pagina [Zoeken op trefwoord] op te roepen. Op deze pagina kunt u een reeks ingeven om pagina's te zoeken waar deze reeks voorkomt in de tekst van een kop- of itemnaam.

Voor details over de pagina [Zoeken op trefwoord]

 Knop [Help]

Als u hier voor het eerst op klikt, verschijnt er een pagina om de Web Image Monitor Help met behulp van de webbrowser van het internet te downloaden.
Nadat Help is gedownload, kan de Inhoudsopgave voor Help worden weergegeven door de locatie van de Help-bestanden in te stellen als adreskoppeling (URL) van deze knop.

 Knop [Informatie over versie]

Klik hier om de versie-informatie van de Web Image Monitor weer te geven.

Inloggen/Uitloggen

Klik op de knop [Inloggen] om een dialoogvenster te openen waarin u uw gebruikersnaam en wachtwoord kunt opgeven. Nadat u zich hebt aangemeld, verandert deze knop in de knop [Uitloggen].

Opmerking

  • Het linkadres van de knop [Help] kan worden ingesteld op de pagina [Configuratie: Webpagina] (enkel als u aangemeld bent als Netwerkbeheerder).

Beschikbare functies

Naar boven

De beschikbare functies zijn afhankelijk van de rol van de gebruiker en van het feit of gebruikerverificatie ingeschakeld is op het apparaat.

Gebruiker (gebruikerverificatie uitgeschakeld)

Als de gebruikerverificatie uitgeschakeld is, kunnen de gebruikers toegang krijgen tot het apparaat door gewoon via een webbrowser een verbinding te maken met het apparaat.
De gebruikers kunnen de apparaatstatus, de opdrachtstatus en bepaalde instellingen bekijken. Wanneer de functie Afdruktaken is ingeschakeld, kunt u ook taken afdrukken of verwijderen die worden weergegeven in de lijst met Testafdruk-, Beveiligde afdruk-, Uitgestelde afdruk- en Opgeslagen afdruk-documenten die op het apparaat zijn opgeslagen.
U kunt echter de instellingen van het apparaat niet wijzigen.

Gebruiker (gebruikerverificatie ingeschakeld)

Als de gebruikerverificatie ingeschakeld is, beschikken de gebruikers over minder functies, tenzij ze aangemeld zijn. U kunt de apparaatstatus bekijken en informatie opvragen.
Nadat u zich heeft aangemeld bij het apparaat door in het koptekstgebied op [Inloggen] te klikken, kunt u de taakstatus bekijken en het adresboek bewerken. Als het beheerderniveau ingesteld is op "Laag" voor de instelparameters van de Beheerder, kunnen de gebruikers ook bepaalde netwerk- of apparaatinstellingen uitvoeren.

Gebruikerbeheerder

Beheert het Adresboek. Gebruikerbeheerders kunnen het wachtwoord verwijderen of wijzigen van een gebruiker die bij het Adresboek geregistreerd is, zelfs als het wachtwoord onbekend is.

Apparaatbeheerder

Beheert apparaatinstellingen. Apparaatbeheerders doen instellingen via de pagina's die worden weergegeven wanneer [Configuratie] - [Apparaatinstellingen] worden geselecteerd en zij stellen ook de fax- en scannerfuncties in.

Netwerkbeheerder

Bepaalt de netwerkconfiguratie van het apparaat. Netwerkbeheerders geven vooral instellingen op via de pagina's die worden weergegeven wanneer [Configuratie] - [Netwerk] wordt geselecteerd en stellen fax- en scannerfuncties in.

Bestandbeheerder

Voert instellingen uit voor bestanden die opgeslagen zijn op het apparaat. Als de functie Afdruktaken is ingeschakeld, kunnen bestandsbeheerders ook taken verwijderen of vrijgeven die worden weergegeven in de lijst met Testafdruk-, Beveiligde afdruk-, Uitgestelde afdruk- en Opgeslagen afdruk-documenten die op het apparaat zijn opgeslagen.

Supervisor

Supervisors kunnen het wachtwoord wijzigen of verwijderen van de Beheerder of Supervisor in de pagina [Configuratie: Apparaatinstellingen: Beheerder Programmeren/Wijzigen].
Supervisors zijn verantwoordelijk voor het wijzigen van het wachtwoord waar dit nodig is; ze kunnen geen andere bewerkingen uitvoeren. Een wachtwoord is vereist om het apparaat te beheren. Wanneer de Beheerder bijvoorbeeld zijn/haar wachtwoord verliest, kan hij of zij zich niet aanmelden bij het apparaat om de instellingen ervan te wijzigen. De Supervisor moet dit probleem oplossen. De Supervisor kan het wachtwoord van de Beheerder wijzigen, maar enkel de Beheerder kan de apparaatinstellingen wijzigen.

Opmerking

Instellingen en functies webbrowser

Naar boven

Gebruik een webbrowser om de functies van Web Image Monitor uit te voeren.
Let bij het gebruik van de webbrowser-functies op het volgende:

Cookies en JavaScript-instellingen

Voer de volgende instellingen uit (indien vereist):

Bladwijzers registreren

Voor de volgende pagina kunt u de URL registreren die op de webbrowser wordt weergegeven, waarna u direct naar de webpagina kunt gaan.

De webbrowser kan overige pagina's niet juist weergeven, ook niet als daar een URL voor is geregistreerd.

 

Naar boven